This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Procenten. Hoe bereken je die ook alweer?
Slide 1 - Mind map
Wat weet je nog?,
Slide 2 - Slide
Hoeveel % van deze cirkel is gekleurd?
Slide 3 - Open question
Hoeveel % van deze cirkel is gekleurd?
A
30%
B
40%
C
60%
D
70%
Slide 4 - Quiz
3/4 =.......%
Slide 5 - Open question
1. Een percentage berekenen
Hoeveel korting krijg je als je 35% korting krijgt op een broek die €59 kost?
100% = €59
1 % = € 59 / 100 = € 0,59
35% = € 0,59 x 35 = € 20,65
Slide 6 - Slide
Met de verhoudingstabel
%
100
1
35
€
59
0,59
20,65
:100 x35
:100 x35
Slide 7 - Slide
Op een school met 700 leerlingen komt 4% van de leerlingen uit Afghanistan. Hoeveel leerlingen komen uit Afghanistan?
A
7
B
14
C
28
D
weet ik niet
Slide 8 - Quiz
Een fiets kost normaal € 630. Je krijgt 30% korting. Hoeveel kost de fiets nu?
A
€ 189
B
€ 420
C
€ 210
D
€ 441
Slide 9 - Quiz
Met de verhoudingstabel
%
100
1
30
€
630
6,30
189
:100 x30
:100 x30
Snelle berekening: 630 : 100 x30 = 189 (KORTING)
Slide 10 - Slide
Normaal kost je autoverzekering € 64 per maand. Je ontvangt een no-claim korting van 3%. Hoeveel betaal je nu aan premie per maand?
A
€ 62,08
B
€ 63,00
C
€ 62,10
D
€ 64,45
Slide 11 - Quiz
Met de verhoudingstabel
%
100
1
3
€
64
0,64
1,92
:100 x3
:100 x3
Snelle berekening: €64 : 100 x3 = €1,92 (KORTING)
Slide 12 - Slide
2. Zelf een percentage berekenen
%
100
1
30,9
Volgers in totaal
680
6,8
210
:100 x30,9
:100 x30,9
Snelle berekening = deel / geheel x 100
210 : 680 x100 = 30,9
Slide 13 - Slide
Een klas heeft 25 leerlingen. 20 leerlingen willen op niveau 3 doorstuderen. Hoeveel % van de leerlingen wil doorstuderen?
A
20%
B
60%
C
40%
D
80%
Slide 14 - Quiz
2. Zelf een percentage berekenen
%
100
20
80
Totaal aantal leerlingen
25
5
20
:5 x 4
: 5 x 4
Snelle berekening = deel / geheel x 100
20 : 25 x100 = 80%
Slide 15 - Slide
Een telefoon kost normaal € 300. NU betaal je voor deze telefoon €210 Hoeveel % korting krijg je?
A
20%
B
40%
C
30%
D
70%
Slide 16 - Quiz
2. Zelf een percentage berekenen
%
100
1
70
€
300
3
210
:100 x70
:100 x70
Snelle berekening: deel / geheel x 100
210 : 300 x100 = 70% (van de oude prijs)
Slide 17 - Slide
In 2021 had een school 620 leerlingen. In 2022 kreeg de school er 35 leerlingen bij. Met hoeveel % is het aantal leerlingen gestegen? Rond het antwoord af op 1 decimaal.
A
4%
B
4,6%
C
5,2%
D
5,6%
Slide 18 - Quiz
Vorig jaar was mijn huur €750. Dit jaar is mijn huur met €30 gestegen. Met hoeveel % is mijn huur gestegen?
A
3%
B
4%
C
5%
D
Geen idee
Slide 19 - Quiz
Vorige week had je 280 volgers, deze week heb je 322 volgers. Met hoeveel procent is het aantal volgers gestegen?
A
15%
B
12%
C
11%
D
Geen idee
Slide 20 - Quiz
3. Stijging of daling in procenten
Oud getal 280 = 100%
Stijging of daling 30 ? %
Nieuw getal 310
Formule = deel x 100
geheel
Slide 21 - Slide
Vorig jaar had klas 1A 24 leerlingen. Dit jaar heeft klas 1A 28 leerlingen. Met hoeveel % is het aantal leerlingen gestegen? Rond je antwoord af op 1 decimaal.
A
14,2%
B
16,6%
C
16,7%
D
17%
Slide 22 - Quiz
Vorig jaar verkocht een winkel nog 3600 paar schoenen. Dit jaar verkocht dezelfde winkel nog maar 1400 paar schoenen. Met hoeveel % is de verkoop van schoenen afgenomen?