PO I VO verwerkingsles: 'een personage creëeren'

• Kunstzinnige oriëntatie
• Middelbare school
• Basisschool
• vmbo t, mavo, havo, vwo
• Groep 5-8
• Leerjaar 1-4

Verwerkingsles

Jullie zijn op bezoek geweest in Kunsthal KAdE en hebben de tentoonstelling met een museumdocent bekeken. Wat weten de leerlingen nog van het bezoek? Wat hebben ze onthouden, waar hebben ze nog vragen over?

Vertel: als Folkert een idee heeft dan gaat hij direct in zijn studio aan de slag. Hij maakt karakters/ figuren/ personages in een soort theater of film setting. Het zijn net figuren uit een scène van een film die stil zijn gezet in een bepaalde houding. 

Opdracht: kruip in de huid van de kunstenaar. Ontwerp een eigen personage die zo in de wereld van Folkert de Jong thuis zou passen. Denk goed na over welk verhaal jij met jouw personage wil vertellen. 

Figuren en verhalen

Bekijk: de personages van Folkert nog eens goed. Wat maakt dat ze kenmerkend zijn? Waaraan is een Folkert de Jong te herkennen? Kijk naar:
- Kleurgebruik
- Materiaal
- Sfeer
- Houding 
- Verhaal

Vertel: Folkerts werken zijn vaak grimmig en vrolijk tegelijk. Zijn inspiratie haalt hij uit de (kunst)geschiedenis en historische figuren (zoals presidenten) of momenten. Maar ook thema's als: politiek, economie, de rol van de mens komen meermaals terug in zijn werken. 

Figuren en verhalen

Vertel: Folkert is altijd aan het tekenen en schilderen. Door dat te doen ontstaan verhaallijnen, karakters en scenario’s, die hij vervolgens verder uitwerkt door ze te bouwen met materialen. Bekijk de tekeningen met de leerlingen ter inspiratie.

Ontwerpen

Teken: een eigen personage en schrijf zijn/ haar verhaal. Je inspiratiebron is het werk van Folkert de Jong. Denk goed na over het kleurgebruik, houding, sfeer, materiaal. 

Folkert over zijn figuren: In mijn beeldhouwkunst zijn de personages een beetje als acteurs. 

* Wil je de les uitbreiden > laat de leerlingen dan ook hun ontwerpen in 3D maken (klein) met alledaagse (bouw)materialen. 

Klik op het + voor een voorbeeld.
Basis: draad en papier. 

Tip: er zit een werkblad om te printen in het lesplan.

De titel...

The Dance
(de dans) 

The King of Water
(de koning van het water) 

Double Happiness
(dubbel geluk) 

The Practice
(de oefening) 

The Mover 
(de verhuizer) 

Vertel: de titels die Folkert aan zijn werken geeft zijn belangrijk voor het kunstwerk. Het is een sleutel naar wat erachter het werk zit. Net als een filmtitel die vaak al iets weggeeft over het onderwerp van de film. Volgens Folkert hebben titels een enorme invloed op hoe je een kunstwerk bekijkt.  

Bekijk: bekijk samen de titels op deze slide. Bespreek per titel wat voor figuur of scene je verwacht bij de titel. Klik daarna op het + om het werk erachter te tonen.

Doen: bedenk een passende titel voor jouw werk. Een titel die misschien al iets weggeeft over wat voor werk het is of welk verhaal je wil vertellen met jouw figuur.