What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Woordsoorten Periode 2 KBL klas 1
Woordsoorten
Hoe goed kun jij ze al benoemen?
werkwoord (ww)
lidwoord (lw) en
zelfstandig naamwoord (zn)
bijvoeglijk naamwoord (bn)
voorzetsel (vz)
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordsoorten
Hoe goed kun jij ze al benoemen?
werkwoord (ww)
lidwoord (lw) en
zelfstandig naamwoord (zn)
bijvoeglijk naamwoord (bn)
voorzetsel (vz)
Slide 1 - Slide
Kijk naar de onderstaande woorden. Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
de
B
twee
C
koekje
D
werkt
Slide 2 - Quiz
Kijk naar de onderstaande woorden. Wat is het persoonlijk voornaamwoord?
A
oom
B
het
C
liefste
D
hij
Slide 3 - Quiz
Kijk naar de onderstaande woorden. Waar zie jij een voorzetsel?
A
op
B
het
C
meisje
D
loopt
Slide 4 - Quiz
Ik wil graag een kaartje voor dat vette concert bestellen. Wat zijn in deze zin de werkwoorden?
Slide 5 - Open question
Ik wil graag een kaartje voor dat vette concert bestellen. Wat is in deze zin het bijvoeglijk naamwoord?
Slide 6 - Open question
Ik eet een APPEL. Wat is APPEL voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, ww, vz, bn
Slide 7 - Open question
Ik EET een appel. Wat is EET voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, ww, vz, bn
Slide 8 - Open question
IK eet een appel. Wat is IK voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, hww, zww, vz, bnw, pvw
Slide 9 - Open question
TIJDENS het schoolfeest heb ik een koude cola besteld . Wat is TIJDENS voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, ww, vz, bn
Slide 10 - Open question
Tijdens het schoolfeest HEB ik een koude cola besteld . Wat is HEB voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, ww, vz, bn
Slide 11 - Open question
Tijdens het schoolfeest heb ik een KOUDE cola besteld . Wat is KOUDE voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, ww, vz, bn
Slide 12 - Open question
HIJ wil Maarten een oude wereldkaart van zijn opa laten zien. Wat is HIJ voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, hww, zww, vz, bnw, pvw
Slide 13 - Open question
Hij wil MAARTEN een oude wereldkaart van zijn opa laten zien. Wat is MAARTEN voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, ww, vz, bn
Slide 14 - Open question
Hij wil Maarten EEN oude wereldkaart van zijn opa laten zien. Wat is EEN voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, ww, vz, bn
Slide 15 - Open question
Hij wil Maarten een OUDE wereldkaart van zijn opa laten zien. Wat is OUDE voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, ww, vz, bn
Slide 16 - Open question
Hij wil Maarten een oude WERELDKAART van zijn opa laten zien. Wat is WERELDKAART voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, ww, vz, bn
Slide 17 - Open question
Hij wil Maarten een oude wereldkaart VAN zijn opa laten zien. Wat is VAN voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, ww, vz, bn
Slide 18 - Open question
Hij wil Maarten een oude wereldkaart van zijn opa LATEN zien. Wat is LATEN voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, ww, vz, bn
Slide 19 - Open question
Hij wil Maarten een oude wereldkaart van zijn opa laten ZIEN. Wat is ZIEN voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, ww, vz, bn
Slide 20 - Open question
Zij ZULLEN het spel eerst uitproberen om te zien of het leuk is. Wat is ZULLEN voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, ww, vz, bn
Slide 21 - Open question
Zij zullen HET spel eerst uitproberen om te zien of het leuk is. Wat is HET voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, ww, vz, bn
Slide 22 - Open question
Ik DRAAG mijn mooie, nieuwe, stoere t-shirt naar school. Wat is DRAAG voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, ww, vz, bn
Slide 23 - Open question
Ik draag mijn MOOIE, nieuwe, stoere t-shirt naar school. Wat is MOOIE voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, ww, vz, bnw
Slide 24 - Open question
Ik draag mijn mooie, NIEUWE, stoere T-shirt naar school. Wat is NIEUWE voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, ww, vz, bn
Slide 25 - Open question
Ik draag mijn mooie, nieuwe, STOERE T-shirt naar school. Wat is STOERE voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, ww, vz, bn
Slide 26 - Open question
Ik geef al heel wat jaren les op deze school.
Hoeveel zelfstandig naamwoorden tel je in de volgende zin?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 27 - Quiz
Wij moeten om elke grap lachen.
Hoeveel voorzetsels tel je in de volgende zin?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 28 - Quiz
Het lieve, schattige hondje speelt met het lievelingsspeeltje van de gestreepte kater.
Hoeveel voorzetsels tel je in de volgende zin?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 29 - Quiz
In welke antwoord zie je alleen maar voorzetsels?
A
na, op, een, voor, tijdens, bij
B
gedurende, met, achter, in, tot, over
C
naast, gelijk, met , altijd, eerst, op
D
best, onder, blij, met, vanaf, door
Slide 30 - Quiz
Oefen de woordsoorten
Succes!
Slide 31 - Slide
More lessons like this
Woordsoorten Periode 3 MHV1
March 2023
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Woordsoorten, wat weet je nog?
October 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Toets grammatica woordsoorten 1
October 2022
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Maandag 18 januari - B1A- Gramm H6
January 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Woordsoorten klas 2
November 2018
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Woordsoorten 2, MHV2
December 2021
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Grammatica - Herhalen - Bijspijkeren 1.5 + 3.6 + 3.7
January 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
2F: Werkblad inleveren
May 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2