§2.3 De positie van arbeiders en vrouwen wordt sterker

§3.3 De positie van arbeiders en vrouwen wordt sterker
  • Wat deden de arbeiders om hun omstandigheden te verbeteren?
  • Wat deed de overheid tegen de slechte arbeidsomstandigheden?
  • Hoe kon algemeen kiesrecht leiden tot verbeteringen voor arbeiders en vrouwen?
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

§3.3 De positie van arbeiders en vrouwen wordt sterker
  • Wat deden de arbeiders om hun omstandigheden te verbeteren?
  • Wat deed de overheid tegen de slechte arbeidsomstandigheden?
  • Hoe kon algemeen kiesrecht leiden tot verbeteringen voor arbeiders en vrouwen?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

3.1 Samen sterk
  • Eigen verzekering oprichten ==> Arbeiders betaalden een bedrag en ontvingen een uitkering als ze niet meer konden werken. Dit was geen verbetering arbeidsomstandigheden.
  • Arbeiders richtten een vakbonden op:  Groep van arbeiders die opkomen voor de belangen van de leden. --> Aparte vakbonden voor elk beroep. 

Slide 3 - Slide

3.1 Samen sterk
  • Socialisten: dat zijn mensen die vonden dat iedereen gelijkwaardig is en dat de regering meer moet doen om de arbeider te helpen.
  • Confessionelen: waren protestaten en katholieken die vanuit hun geloof politieke partijen en verenigingen oprichtten. (waren minder fel dan socialisten)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

3.2 Nieuwe wetten
  • Liberalen:Dat zijn mensen die vonden dat vrijheid goed is voor de burgers en de samenleving en dat mensen zoveel mogelijk zelf moesten doen
  •  ==> de overheid moest zich niet bemoeien met de arbeidsomstandigheden, dit moesten arbeiders en fabriekseigenaren onderling regelen. 

Slide 6 - Slide

3.2 Nieuwe wetten
sociale wetten (verbetering arbeiders):
  1. Kinderwetje van Van Houten (1874):  Kinderen tot 12 jaar mochten niet werken in fabrieken. Wel thuis en in landbouw
  2. Arbeidswet (1889): Verbood lange werkdagen, gevaarlijk werk en nachtarbeid voor vrouwen en kinderen. Nieuwe versie in 1901 (werkweek van 45 uur en max. 8 uur per dag)
  3. Leerplichtwet (1901):  Kinderen tot 12 jaar verplicht naar school.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

3.3 Algemeen kiesrecht
  • Mannen die voldoende belasting betalen hadden kiesrecht --> Censuskiesrecht
  • 1886: Kiesrecht voor  mannen die konden lezen en schrijven.
  • 1917 : Algemeen kiesrecht mannen ingevoerd (actief en passief kiesrecht). Alle mannen van 25 jaar en ouder mochten stemmen 
  • Feministen: dit zijn vrouwen die het niet eens waren met de ongelijkheid tussen de seksen, strijden voor onderwijskansen en vrouwenkiesrecht --> 1917 (vrouwen passief kiesrecht). Vanaf 1919: actief en passief vrouwenkiesrecht. 

Slide 9 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 10 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 11 - Open question