LK3D - Unit 1.2 - Present Simple VS Present Continous

English
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

English

Slide 1 - Slide

- Absenten
- Grammar: present simple -      present continuous
- inloggen All Right!
- Lesson 1.2 exercises
- End of class

Slide 2 - Slide

Lesson goals:
Aan het einde van de les...
  • weet ik wanneer en hoe de present simple gebruikt moet worden;
  • weet ik wanneer en hoe de present continuous gebruikt moet worden;
  • zit ik in mijn klas in All Right!

Slide 3 - Slide

Lesson Up
--> lessonup.app
--> inloggen
--> De les gaat beginnen. Doe je mee? --> JA

Slide 4 - Slide

Present Simple

Slide 5 - Slide

timer
1:00
Present Simple

Slide 6 - Mind map

Present Simple - wanneer?
Heden - altijd, nooit, herhaaldelijk of regelmatig


Slide 7 - Slide

Present Simple - wanneer?
Heden - altijd, nooit, herhaaldelijk of regelmatig

I always brush my teeth in the morning.
He never does his laundry. 
They often wake up at 7 o'clock.


Slide 8 - Slide

Present Simple - wanneer?
Heden - altijd, nooit, herhaaldelijk of regelmatig

I always brush my teeth in the morning.
He never does his laundry. 
They often wake up at 7 o'clock.

Signaalwoorden: always, never, often, somtimes, every day

Slide 9 - Slide

Present Simple - hoe?

Slide 10 - Slide

Present Simple - hoe?
Bevestigende zin (+)
I sing a song.

She sings a song.
Ontkennende zin (-)
Vraagzin (?)

Slide 11 - Slide

Present Simple - hoe?
SHIT - rule

she/ he/ it = werkwoord + s

she sleeps
he lives
it works

Slide 12 - Slide

Present Simple - hoe?
Bevestigende zin (+)
I sing a song.

She sings a song.
Ontkennende zin (-)
Vraagzin (?)

Slide 13 - Slide

Present Simple - hoe?
Bevestigende zin (+)
I sing a song.

She sings a song.
Ontkennende zin (-)
You don't sing a song.

He doesn't sing a song.
Vraagzin (?)

Slide 14 - Slide

Present Simple - hoe?
Bevestigende zin (+)
I sing a song.

She sings a song.
Ontkennende zin (-)
You don't sing a song.

He doesn't sing a song.
Vraagzin (?)
Do they sing a song?

Does she sing a song?

Slide 15 - Slide

Present Simple - hoe?
Maak van de bevestigende zin (+) een ontkennende zin (-)

Nicki plays basketball every day.

Slide 16 - Slide

Present Simple - hoe?
Maak van de bevestigende zin (+) een ontkennende zin (-)

Nicki plays basketball every day.

Nicki doesn't play basketball every day.

Slide 17 - Slide

Present Simple - hoe?
Maak van de bevestigende zin (+) een vragende zin (?)

They love fish and chips.


Slide 18 - Slide

Present Simple - hoe?
Maak van de bevestigende zin (+) een vragende zin (?)

They love fish and chips.

Do they love fish and chips?

Slide 19 - Slide

Present Continuous

Slide 20 - Slide

timer
1:00
Present Continuous

Slide 21 - Mind map

Present Continuous- wanneer?
Heden - nu bezig


Slide 22 - Slide

Present Continuous- wanneer?
Heden - nu bezig

I am teaching a class right now.
She isn't sleeping at the moment.
Are they jumping now?


Slide 23 - Slide

Present Continuous- wanneer?
Heden - nu bezig

I am teaching a class right now.
She isn't sleeping at the moment.
Are they jumping now?

Signaalwoorden: at the moment, right now, now


Slide 24 - Slide

Present Continous- hoe?
am / is / are + werkwoord + ing

Slide 25 - Slide

(to read)
Andy somtimes ______comics.
A
reads
B
read
C
is reading
D
are reading

Slide 26 - Quiz

(to watch)
They ________ television at the moment.
A
watches
B
watch
C
are watching
D
am watching

Slide 27 - Quiz

All Right!
Ga naar Magister > Leermiddelen > All Right!

Vul de activeringcode in die bij jouw naam staat.
Daarna wacht je tot de klascode wordt gegeven.

Slide 28 - Slide

All Right!
Klascode: 552924

Slide 29 - Slide

Let's practice
Do: lesson 1.2 - exercises 8 + 9 + 10

Klaar? Lesson 1.2 - exercises 2 t/m 5 
              Lesson 1.1 - exercises 1 t/m 4

Time: 13:55/ 14:00

Slide 30 - Slide

Lesson goals:
Aan het einde van de les...
  • weet ik wanneer en hoe de present simple gebruikt moet worden;
  • weet ik wanneer en hoe de present continuous gebruikt moet worden;
  • zit ik in mijn klas in All Right!

Slide 31 - Slide

Ik snap de present simple en present continuous.
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll