FA 1VHa les 19

1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

le programme
1. O,1 SO

2. On répète la grammaire

3. Quiz op Lessonup

DEVOIRS WOE 19/1: LEREN P. 91 E (FN)




4 februari: 
Proefwerk ch 3
(p. 90 t/m 93)

Slide 2 - Slide

0,1 SO
1. aussi                                6. De kaart, a.u.b.
2. la viande                        7. oké
3. mais                                 8. de thee
4. je prends                       9. de kaas
5. aimer                               10. jij wilt




timer
5:00

Slide 3 - Slide

le programme
1. O,1 SO

2. On répète la grammaire

3. Quiz op Lessonup




4 februari: 
Proefwerk ch 3
(p. 90 t/m 93)

Slide 4 - Slide

On répète la grammaire
Maak het opdrachtenstencil. Kijk ook na.

Hulp?
Stap 1: kijk op p. 93
Stap 2: overleg met je buurman/ buurvrouw
Stap 3: vraag aan Madame Houkes
timer
15:00

Slide 5 - Slide

le programme
1. O,1 SO

2. On répète la grammaire

3. Quiz op Lessonup




4 februari: 
Proefwerk ch 3
(p. 90 t/m 93)

Slide 6 - Slide

Wat is de stam van 'écouter'?
A
écout
B
écoute
C
couter
D
écouter

Slide 7 - Quiz

Hoe maak je in het Frans de stam van een werkwoord?
A
hele werkwoord min de eerste twee letters
B
hele werkwoord min de laatste twee letters
C
In het Frans bestaat de stam niet.

Slide 8 - Quiz

nager= een regelmatig werkwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

il aime
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

tu aimez
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

vous = stam + ez
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

ils = stam + ent
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

on
nous
elles
tu
parle
parles
parlons
parlent

Slide 14 - Drag question

avoir = een regelmatig werkwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Kies de goede vorm.

Ik heb =
A
j'ai
B
j'a
C
j'as
D
tu as

Slide 16 - Quiz

vous avez =
A
wij hebben
B
jullie hebben
C
jullie hebben + u heeft
D
u heeft

Slide 17 - Quiz

zij hebben =
A
elle ent
B
elles a
C
elles ent
D
elles ont

Slide 18 - Quiz

on
nous
elles
tu
a
as
avons
ont

Slide 19 - Drag question

''Hij'' in het Frans =
A
elle
B
je
C
il
D
ils

Slide 20 - Quiz

''Ik'' in het Frans =
A
elle
B
je
C
il
D
ils

Slide 21 - Quiz

LAATSTE VRAAG
''Zij'' (ev) in het Frans =
A
elle
B
je
C
il
D
ils

Slide 22 - Quiz

le programme
1. O,1 SO

2. On répète la grammaire

3. Quiz op Lessonup




4 februari: 
Proefwerk ch 3
(p. 90 t/m 93)

Slide 23 - Slide