This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Oefentoets H8 - Getallen
3GT
Slide 1 - Slide
Let op!
Tijdens deze oefentoets hoef je geen berekeningen en eenheden te noteren. Let op! Dit moet tijdens de echte toets natuurlijk wel.
Slide 2 - Slide
Schrijf met alleen getallen. 20,83 miljard
Slide 3 - Open question
Schrijf met miljoen of miljard. 86370000
Slide 4 - Open question
Vul het rijtje in. Zet een enter tussen ieder antwoord.
Slide 5 - Open question
Voor een app heb je 23 MB opslagruimte nodig. Karin heeft op haar smartphone nog 1,4 GB opslagruimte over. Hoeveel hele apps kan zij nog opslaan?
Slide 6 - Open question
Schrijf in de wetenschappelijke notatie. Rond af op 2 decimalen. Zet een enter tussen ieder antwoord.
Slide 7 - Open question
Schrijf voluit. Zet een enter tussen ieder antwoord.
Slide 8 - Open question
Maak eerst de berekening en schrijf daarna de uitkomst in wetenschappelijke notatie. Rond af op 1 decimaal.
4,53⋅6,425
Slide 9 - Open question
Schrijf in de wetenschappelijke notatie. Rond af op 1 decimaal. 0,00007645
Slide 10 - Open question
Schrijf voluit.
7,9834⋅10−4
Slide 11 - Open question
Bereken. Schrijf in de wetenschappelijke notatie. Rond af op 2 decimalen.
0,25⋅0,0245
Slide 12 - Open question
Kristel en Peter kamperen van 16 juni tot en met 4 juli. Per nacht betalen zij €25,50. Hoeveel euro kost het kamperen?
Slide 13 - Open question
Vul in. 74,55 uur = ... dagen, ... uren, ... minuten Klik na ieder antwoord op enter.
Slide 14 - Open question
Vul in. 4,75 jaar = ... jaren, ... dagen, ... uren Klik na ieder antwoord op enter.
Slide 15 - Open question
Vul een decimaal getal in. Rond af op 2 decimalen. 15 weken en 4 dagen = ... weken
Slide 16 - Open question
Een auto rijdt 58 m/s. Hoeveel km/uur is dat?
Slide 17 - Open question
Aike en Noor lopen een wedstrijd over 4000 meter. Aike doet er 18 minuten over. Wat is haar gemiddelde snelheid in m/s? Rond af op 1 decimaal.
Slide 18 - Open question
Lilapaarse verf maak je met 3 delen blauwe verf, 2 delen rode verf en 3 deel witte verf. Luuk maakt 1 liter lilapaarse verf. Bereken het percentage blauwe verf.
Slide 19 - Open question
Lilapaarse verf maak je met 3 delen blauwe verf, 2 delen rode verf en 3 deel witte verf. Daan heeft nog 30 mL rode verf. Blauwe en witte verf heeft hij nog genoeg. Hoeveel mL lilapaarse verf kan Daan nog maken?