H3 Oefentoets 1

Ik zit klaar voor de les:
  • Pak je laptop en je eco boek. Start je laptop op en ga naar LessonUp
  • Telefoon is thuis of in mijn kluis
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ik zit klaar voor de les:
  • Pak je laptop en je eco boek. Start je laptop op en ga naar LessonUp
  • Telefoon is thuis of in mijn kluis
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.

Slide 1 - Slide

H3 Oefentoets 

Slide 2 - Slide


Deze les:
  • Terugblik
  • Huiswerk bespreken
  • samenvatting-blad maken
  • Evalueren hoe de les ging

Slide 3 - Slide


Terugblik:

De vorige les hebben we het gehad over wisselkoersen.

Slide 4 - Slide


Alle landen die de euro hebben vormen samen de...

Slide 5 - Open question


De geldsoort van andere landen noem je...

Slide 6 - Open question


De wisselkoers geeft aan hoeveel 1 euro waard is in vreemde valuta
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Huiswerk nakijken
Zijn er nog vragen over het huiswerk?

K: 8 & 9 (85)
TL: 9 & 10 (85)

Slide 8 - Slide

Aan de slag! 
Je krijgt nu een blad waarop alle lesdoelen van H3 staan.
Deze ga je nu maken.
Heb je dat serieus gedaan, dan krijg je van mij het antwoordenblad om het te controleren
timer
20:00

Slide 9 - Slide

Opdracht 1
  1. Rekenmiddel, 
  2. ruilmiddel 
  3. en spaarmiddel.

Slide 10 - Slide

Opdracht 2
  1. De hoeveelheid chartaal geld van Jordy blijft gelijk.
  2.  De hoeveelheid giraal geld van Jordy daalt

Slide 11 - Slide

Opdracht 3
  1. onjuist
  2. juist
  3. juist

Slide 12 - Slide

Opdracht 4
Voorbeelden van een juist antwoord:
  1.  Geld op een bankrekening is veiliger dan het thuis bewaren.
  2.  Het levert nog iets op, dus je spaargeld groeit toch 
  3.  Sparen voor een doel
  4. Sparen uit voorzorg

Slide 13 - Slide

Opdracht 5
B hypothecaire lening

Slide 14 - Slide

Opdracht 6
€ 2.500 ÷ 100 × 0,5 = € 12,50 
€ 12,50 ÷ 12 × 8 = € 8,33
Ze haalt dus € 2.500 + € 8,33 = € 2.508,33 van haar rekening af.

Slide 15 - Slide

Opdracht 7
Eén van de volgende:
 - je hebt een duurzaam consumptiegoed (bv een auto)
 - je hebt onverwacht dringend geld nodig (bv je auto moet een dure reparatie ondergaan)
 - je leent voor de aankoop van een huis

Slide 16 - Slide

Opdracht 8
48 × € 17,30 = € 830,40 
€ 830,40 - € 639 = € 191,40 kredietkosten.

Slide 17 - Slide

Opdracht 9
A:  vreemde valuta
B:  eurozone
C:  wisselkoers

Slide 18 - Slide

Opdracht 10
In 2012 gekocht voor: 1.000 x € 114 = € 114.000
In 2016 verkocht voor: 1.000 x € 98 = € 98.000
Verlies: € 98.000 - € 114.000 = - € 16.000
Dus:
(- € 16.000 : € 114.000) x 100% = 14,04%


Slide 19 - Slide

Opdracht 11
A:  Ze kan nog € 1.000 - € 311 = € 689 uitgeven
B:  Haar nieuwe saldo: - € 311 + € 1.157 = € 846
C:  Het antwoord van B is een credit saldo

Slide 20 - Slide

Opdracht 12
  • € 23.000 + € 7.000 = € 30.000 is het bedrag dat ze terug moeten betalen.
  • Daar doen ze 5 jaar over, dat zijn 60 maanden.
  • Per maand is dat: € 30.000 : 60 = € 500

Slide 21 - Slide

Ga naar www.quizlet.live
En vul de code in

Slide 22 - Slide

Huiswerk:

Maak opdrachten 
x

Slide 23 - Slide


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Hoe ging het vandaag?
  3. Wat is het huiswerk:

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide