diagnostische toets zorg rondom blaaskatheter

Diagnostische toets
Zorg rondom een blaaskatheter
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Diagnostische toets
Zorg rondom een blaaskatheter

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

De labia zijn grote en kleine schaamlippen
De uitwendige geslachtsdelen bij vrouw wordt vulva genoemd
De vagina is het kanaal naar de baarmoedermond
A
alle beweringen zijn juist
B
alle beweringen zijn onjuist

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Er moet een verblijfskatheter worden ingebracht die waarschijnlijk ca 3 weken blijft zitten. Welke katheter zou jij aanraden?
A
Siliconen
B
Latex
C
Tiemann

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het belangrijkste voordeel van het gebruik van een latex katheter?
A
Het is gemakkelijker in te brengen
B
Het veroorzaakt minder irritatie aan de huid
C
Het vermindert het risico op infecties
D
Het is goedkoper dan een siliconen katheter

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is dit voor een katheter?
A
Verblijfskatheter
B
Eenmalige katheter
C
Drieloops katheter
D
Dubbelloops katheter

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een groot voordeel van intermitterende katheterisatie ten opzichte van het inbrengen van een verblijfskatheter?

Intermitterend = met onderbrekingen
A
Intermitterende katheterisatie brengt geen risico's met zich mee.
B
Intermitterende katheterisatie veroorzaakt minder infecties.
C
Intermitterende katheterisatie kost minder tijd en geld.

Slide 6 - Quiz

Dit komt omdat een verblijfskatheter voor een langere periode in de blaas blijft zitten, wat kan leiden tot infecties en irritatie. 
Er zijn katheters met verschillende diameters. Welke charge worden het meest gebruikt bij heldere urine?
A
6-8
B
16-18
C
10-14
D
20-22

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Er loopt geen urine af in de katheter, wat kan de oorzaak zijn?
A
Obstipatie
B
Nieren functioneren niet meer
C
Korstvorming rond katheterpunt
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de toepassing van onderstaande vloeistoffen?
NaCL/fysiologisch zout
Citroenzuur/ solutio G en R
Chloorhexidine
Kristalvorming te voorkomen en 
bestaande  verkalking in de 
katheter op te lossen
Reinigen van de blaas en 
de katheter
Antibacteriële werking om infecties 
te voorkomen

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Wat kan een oorzaak zijn van weerstand bij blaasspoelen?
A
Vernauwing van de plasbuis
B
Te veel vloeistof gebruiken
C
Onvoldoende druk uitoefenen
D
Verkeerde temperatuur van de vloeistof

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is veel voorkomende klacht bij blaasspoeling?
A
Aandrang om te plassen
B
Blaaskramp
C
Hartkloppingen
D
Hoge bloeddruk

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan een oorzaak zijn van weerstand bij blaasspoelen?
A
Vernauwing van de plasbuis
B
Te veel vloeistof gebruiken
C
Onvoldoende druk uitoefenen
D
Verkeerde temperatuur van de vloeistof

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hoe verminder je de kans op blaaskramp bij blaasspoelen?
A
Vloeistof op kamertemperatuur
B
Langzaam de vloeistof laten inlopen
C
Allebei zijn goed

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoe vaak moet de urineopvangzak worden vervangen?
A
Iedere dag
B
Om de dag
C
Eén keer per week

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Na het legen van de opvangzak moet het aftapkraantje gedesinfecteerd met alcohol 70%.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'suprapubisch' ?
A
In de buik
B
Boven het schaambeen
C
D
Onder de navel

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Waarom moet een nieuwe suprapubische katheter binnen 4 uur opnieuw worden ingebracht?
A
Anders komen er bacteriën in de blaas
B
Om pijn tegen te gaan
C
Anders groeit de fistel dicht
D
Om retentie tegen te gaan

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Moet je de suprapubische katheter draaien of dompelen?
A
Draaien wel, maar dompelen mag niet
B
Wekelijks draaien en dompelen.
C
Dagelijks dompelen
D
Draaien en dompelen iov arts

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

De eerste 5 dagen na het plaatsen van een suprapubische katheter vervang je het steriele splitgaas....
A
1x per dag
B
2x per dag
C
3x per dag
D
4x per dag

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Na het verwijderen van de katheter moet de zorgvrager binnen 4-6 urineproduceren


A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Controleer na verwijdering van de verblijfskatheter of de client binnen 4-6 uur urineert en of de mictie weer op gang komt. Voor het op gang komen van de mictie wordt een tijd van 8-24 uur na het verwijderen van de katheter aangehouden.