This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Communicatie?
Slide 1 - Slide
Waar denken jullie aan bij het woord communicatie?
Slide 2 - Open question
Oefening Papierkunst
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Het lezen van een informatiebrochure
Intakegesprek met een patient
Chat in een groepsapp
Eenzijdige communicatie
Tweezijdige communicatie
Meerzijdige communicatie
Slide 5 - Drag question
Oefening tekenen
Slide 6 - Slide
Wat is het verschil tussen verbale en non-verbale communicatie?
Slide 7 - Open question
Hints
Slide 8 - Slide
Noem verschillende manieren van non-verbaal communiceren
Slide 9 - Open question
In de communicatie heb je in de basis 3 kernbegrippen: zender - boodschap - ontvanger. Jeroen legt aan Marloes de nieuwe protocollen uit. Wie/wat is hier de zender, ontvanger, boodschap?
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Wat is communicatie?
A
Het gebruiken van taal
B
Het interpreteren van een boodschap
C
Het overbrengen van informatie van de een naar de ander
D
Het begrijpen van een boodschap
Slide 12 - Quiz
Noem drie voorbeelden van non-verbale communicatie
A
Lachen, praten en knikken
B
Lachen, boos kijken en lesboek
C
Lachen, boos kijken en oogcontact
Slide 13 - Quiz
Verbale communicatie is het communiceren zonder woorden
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Noem drie voorbeelden van verbale communicatie
A
Praten, fluisteren en schreeuwen
B
Praten, logboek en e-mail
C
Boos kijken, praten en logboek
Slide 15 - Quiz
Het overdragen van informatie gaat vaak via een medium. Kies uit de lijst de media die kunnen zorgen voor het overdragen van informatie.
A
Folder en krant
B
Televisie en gesprek
C
Whatsapp en e-mail
D
Gebarentaal
Slide 16 - Quiz
De arts hoort niet wat de verzorgende vraagt, omdat ze vlak bij een piepende monitor staat. Er is sprake van...
A
Een communicatieprobleem
B
Communicatieruis
C
Een communicatiestoornis
Slide 17 - Quiz
Territorium en Zones. Wat is een territorium en welke zones ken jij ?