1HV: H - Grammaire

1 / 44
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui, 
c'est le...

Slide 2 - Slide

Aujourd'hui, c'est le ...
Objectif: Aan het einde van de les heb je het werkwoord être (zijn) herhaald en kun je het bezittelijke voornaamwoord gebruiken.

Qu'est-ce que nous allons faire aujourd'hui?
- La répétition: verbe 'être'
- Bezittelijk voornaamwoord


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Tu ... mon ami.

Slide 8 - Open question

Vous ... français?

Slide 9 - Open question

Marie et Claire ... des amies.

Slide 10 - Open question

Ik kan het bezittelijk voornaamwoord in het Frans toepassen.
timer
5:00

Slide 11 - Slide

In welke zin staat een bezittelijk voornaamwoord?
A
Ik heb een grote hond.
B
Ik heet Jan.
C
Dat zijn mijn ouders.
D
Heb jij een nieuwe fiets?

Slide 12 - Quiz

In het Frans zegt een bezittelijk voornaamwoord iets over...
A
het bezit van iemand
B
het werkwoord
C
het zelfstandig naamwoord
D
het lidwoord

Slide 13 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord
JOUW hond
JULLIE huis
ONZE vrienden
HAAR auto
etc.

Slide 14 - Slide

En in het Frans?
"Mijn" heeft 3 betekenissen:



voor mannelijke woorden (le)
voor vrouwelijke woorden (la)
voor meervoudswoorden (les)
MON
MA
MES
le stylo
la maison
les parents
C'est mon stylo.
C'est ma maison.
Ce sont mes parents.

Slide 15 - Slide

Vertaal "Het is MIJN rugtas."

C'est ___ sac à dos.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 16 - Quiz

Vertaal: "Dat zijn MIJN boeken."

Ce sont ___ livres.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 17 - Quiz

Vertaal: "Sophie is MIJN zus."

Sophie est ___ soeur.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 18 - Quiz

En de andere personen?
Julian is jouw broer


Slide 19 - Slide

En de andere personen?
Julian is jouw broer

Stap 1: jouw = ton / ta / tes


Slide 20 - Slide

En de andere personen?
Julian is jouw broer

Stap 1: jouw = ton / ta / tes

Stap 2: kijk naar het woord dat NA het 
bezittelijk voornaamwoord komt (broer)


Slide 21 - Slide

En de andere personen?
Julian is jouw broer

Stap 1: jouw = ton / ta / tes

Stap 2: kijk naar het woord dat NA het 
bezittelijk voornaamwoord komt (broer)

Stap 3: broer = mannelijk (le frère)


Slide 22 - Slide

En de andere personen?
Julian is jouw broer

Stap 1: jouw = ton / ta / tes

Stap 2: kijk naar het woord dat NA het 
bezittelijk voornaamwoord komt (broer)

Stap 3: broer = mannelijk (le frère)

Stap 4: je pakt de mannelijke vorm van jouw


Slide 23 - Slide

En de andere personen?
Julian is jouw broer

Stap 1: jouw = ton / ta / tes

Stap 2: kijk naar het woord dat NA het 
bezittelijk voornaamwoord komt (broer)

Stap 3: broer = mannelijk (le frère)

Stap 4: je pakt de mannelijke vorm van jouw
Julian is jouw broer = Julian est TON frère


Slide 24 - Slide

Maintenant c'est à toi!
Dat zijn onze honden.

Stap 1: onze = ?


Slide 25 - Slide

Maintenant c'est à toi!
Dat zijn onze honden.

Stap 1: onze = notre - notre - nos

Stap 2: kijk naar het woord NA het 
bezittelijk voornaamwoord, dat is ...?


Slide 26 - Slide

Maintenant c'est à toi!
Dat zijn onze honden.

Stap 1: onze = notre - notre - nos

Stap 2: kijk naar het woord NA het 
bezittelijk voornaamwoord: honden

Stap 3: honden = ml /  vr / mv ?

Slide 27 - Slide

Maintenant c'est à toi!
Dat zijn onze honden.

Stap 1: onze = notre - notre - nos

Stap 2: kijk naar het woord NA het 
bezittelijk voornaamwoord: honden

Stap 3: honden = meervoud

Stap 4: neem de juiste vorm van "onze" = ?

Slide 28 - Slide

Maintenant c'est à toi!
Dat zijn onze honden.

Stap 1: onze = notre - notre - nos

Stap 2: kijk naar het woord NA het 
bezittelijk voornaamwoord: honden

Stap 3: honden = meervoud

Stap 4: neem de juiste vorm van "onze" = nos
Dat zijn onze honden = Ce sont nos chiens.

Slide 29 - Slide

Let op!
Bij:
- ons/onze
- uw/jullie
- hun
... hoef je niet te weten of het 
mannelijk of vrouwelijk is. De 
vormen zijn hetzelfde!

Slide 30 - Slide

Let op!
Julia is mijn vriendin

Stap 1: mijn = mon - ma - mes


Stap 2: kijk naar het woord NA het
bezittelijk voornaamwoord: vriendin
Stap 3: vriendin = vrouwelijk enkelvoud


Stap 4: neem de juiste vorm van "mijn" = ma
Julia is mijn vriendin = Julia est ma amie (klinkerbotsing!) 
Neem de mannelijk enkelvoud vorm = MON amie


Slide 31 - Slide

Wat moet er op de lege plek?

C'est ... amie, Charlotte
A
ma
B
mon
C
mes

Slide 32 - Quiz

Vul in:
Elle cherche une clé, c'est ... clé!
A
son
B
sa
C
ses
D
mon

Slide 33 - Quiz

Vul in:
Ce sont les stylos de Roland, ce sont ... stylos
A
son
B
sa
C
ses
D
ton

Slide 34 - Quiz

Sleep het juiste bezittelijk voornaamwoord naar het juiste zelfstandig naamwoord.
livres
frère
chambre
mon
mes 
ma

Slide 35 - Drag question

Les devoirs 1HV

Apprendre (leren)

Le vocabulaire E & F / Phrases G / Grammaire H

Faire (maken)
H - Grammaire (en ligne)


Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 40 - Slide

Kies het juiste antwoord:
J'habite avec ... parents.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 41 - Quiz

Kies het juiste antwoord:
Tu connais ... amie Lisa ?
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 42 - Quiz

Kies het juiste antwoord:
J'adore ... chiens.
A
son
B
sa
C
ses

Slide 43 - Quiz

Vertaal op de juiste manier:
jouw oom (geen hoofdletter)

Slide 44 - Open question