9.2.3 Oppervlaktes van vlakke figuren

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom

Dit leg ik op tafel:                                    

Laptop (dicht)

Rekenmachine  

Map                          

Vorige les

Deze les:

Theorie 20 min

Zelfstandig werken 15 min

Samenwerken 10 min

Lesdoelen

1. Je berekent de oppervlakte van een vierkant of een rechthoek.
   
2. Je berekent de oppervlakte van een driehoek door de helft te nemen van de oppervlakte van de bijbehorende rechthoek.
   
3. Je berekent de oppervlakte van een driehoek met een formule.
   
4. Je berekent de oppervlakte van samengestelde figuren.
   
5. Je maakt gebruik van verschillende oplossingsstrategieën om de oppervlakte van samengestelde figuren te berekenen en kiest de juiste strategie.
   
6. Je berekent de oppervlakte van een cirkel.

Oppervlakte vlakfiguur

Formules voor berekenen
van oppervlakte:

Oppervlakte Rechthoek = 
Oppervlakte Vierkant = 

Oppervlakte Driehoek = 

Rechthoekige ertussen schrijven

Oppervlakte driehoek,  

3

8

oppervlakte rechthoek: 

oppervlakte driehoek: 

3⋅8=24

3⋅8:2=12

Oppervlakte driehoek

3

8

oppervlakte driehoek: 

⋅zijde⋅hoogte:2

3

8

Wat is de oppervlakte van de driehoek hiernaast?

1. 35cm​2​​
2. 17.5cm​2​​
3. 15cm​2​​
4. 12.5cm​2​​

Cirkel

• Straal
• Diameter 
• Omtrek

Omtrek van de cirkel = pi x diameter.

Oppervlakte cirkel =

Of        x straal x straal

π⋅straal​2​​

π

Oppervlakte cirkel

Omtrek cirkel = 

Oppervlakte cirkel = 

π⋅straal​2​​

Samen oefenen

Van een rond meer is de diameter 520 meter.

1. Wat is de omtrek van het meer? (Omtrek van de cirkel = pi x diameter.

2. Wat is de straal van het meer?

3. Wat is de oppervlakte van het meer? (

π⋅straal​2​​

We gaan aan de slag!

Trede 9 -> 9.2.3 zelfstandig maken.

Na 10 min eventueel zachtjes overleggen.

Lesdoelen

1. Je berekent de oppervlakte van een vierkant of een rechthoek.
   
2. Je berekent de oppervlakte van een driehoek door de helft te nemen van de oppervlakte van de bijbehorende rechthoek.
   
3. Je berekent de oppervlakte van een driehoek met een formule.
   
4. Je berekent de oppervlakte van samengestelde figuren.
   
5. Je maakt gebruik van verschillende oplossingsstrategieën om de oppervlakte van samengestelde figuren te berekenen en kiest de juiste strategie.
   
6. Je berekent de oppervlakte van een cirkel.

Doelen

9.2.3