In welk deel van je ademhalingsstelsel zitten er kraakbeenringen?
A
In je luchtpijp en bronchiën
B
In je luchtpijp en strottenhoofd
C
In je luchtpijp en longblaasjes
D
In je strottenhoofd en bronchiën
Slide 8 - Quiz
In deze bloedvaten vindt gaswisseling plaats met cellen.
A
Haarvaten
B
Slagaders
C
Aders
D
Bij allemaal
Slide 9 - Quiz
wat hoort niet bij de ademhaling
A
longen
B
slokdarm
C
luchtpijp
D
zuurstof
Slide 10 - Quiz
In welke stand is de huig bij ademhalen? En het strotklepje?
A
huig 1, strotklepje 1
B
huig 1, strotklepje 2
C
huig 2, strotklepje 1
D
huig 2, strotklepje 2
Slide 11 - Quiz
de slokdarm is onderdeel van het ademhalingsstelsel
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
je kunt beter ademhalen door je neus omdat
A
de lucht dan wordt verwarmd
B
je gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke stoffen
C
de lucht vochtig gemaakt wordt
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 13 - Quiz
waar vindt gaswisseling plaats
A
longblaasjes
B
luchtpijp
C
luchtpijptakje
Slide 14 - Quiz
Wat verstaan we onder ademhalen??
A
reinigen van de lucht die je inademt
B
slechte lucht inademen
C
afvalstoffen van de lucht scheiden
D
afwisselend in- en uitademen
Slide 15 - Quiz
Enkele delen van het ademhalingsstelsel zijn de bronchiën, de longblaasjes en de luchtpijp. In volgorde: Waardoor komt de lucht binnen bij een diepe ademhaling?