Beenverbindingen 3 Kader

6.3 Beenverbindingen 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

6.3 Beenverbindingen 

Slide 1 - Slide

Doellen 
- 4 verschillende beenverbindingen benoemen en                 
herkennen.                                                                                              
- Aangeven welke verbindingen wel/niet kunnen bewegen.
- Onderdelen en functies van een gewricht benoemen.         
- 3 soorten gewrichten  noemen en herkennen.                         

Slide 2 - Slide

Vier soorten verbindingen 
Vergroeid
     Naad
Kraakbeen
gewrichten

Slide 3 - Slide

Vier soorten verbindingen 
Kunnen NIET bewegen






Kunnen WEL bewegen 
Vergroeid
     Naad
Kraakbeen
gewrichten

Slide 4 - Slide

Voorbeelden 
  Vergroeid
      Naad 
 kraakbeen
  Scharnier 

Slide 5 - Slide

Voorbeelden 
  Vergroeid
      Naad 
 kraakbeen
  Scharnier 

Slide 6 - Slide

Voorbeelden 
  Vergroeid
      Naad 
 Kraakbeen
  Scharnier 

Slide 7 - Slide

Voorbeelden 
  Vergroeid
      Naad 
 kraakbeen
  Scharnier 

Slide 8 - Slide

Bouw van een gewricht
  • De gewrichtkogel kan bewegen in de 
    gewrichtskom
  • Beide zijn bedekt door een 
    kraakbeenlaagje.
  • Met het gewrichtskapsel zitten beide
    botten aan elkaar vast.
  • De binnenkant van het 
    gewrichtskapsel geeft 
    gewrichtssmeer af.

Slide 9 - Slide

Bouw van een gewricht
De kapselbanden helpen mee de botten op hun plaats te houden

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Typen gewrichten
  1. Kogelgewricht: De gewrichtskogel draait in
     de gewrichtskom van het andere bot.

  2. Rolgewricht: het ene bot draait om het 
    andere bot.

  3. Schaniergewricht: het ene bot beweegt 
    als een schanier tegenover het andere bot

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Drag question


Namen van de onderdelen
A
1 kraakbeenlaagje 2 gewrichtskom
B
1 kraakbeenlaagje 2 gewrichtskogel
C
1 kraakbeenlaagje 2 gewrichtsvloeistof
D
1 gewrichtskom 2 gewrichtskogel

Slide 15 - Quiz

Scharniergewricht
A
gewricht waarbij beweging alleen heen en terug mogelijk is
B
gewricht waarbij geen beweging mogelijk is
C
gewricht waarbij beweging naar alle kanten mogelijk is
D
gewricht waarbij draaibeweging mogelijk zijn

Slide 16 - Quiz