6.3 + 6.4

Welkom
Welkom! 

Ga zitten volgens de plattegrond en telefoons in de telefoontas!
Pak alvast je spullen op tafel (boek, rekenmachine, pen)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom
Welkom! 

Ga zitten volgens de plattegrond en telefoons in de telefoontas!
Pak alvast je spullen op tafel (boek, rekenmachine, pen)

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen deze les?

  • Herhalingsquiz
  • Uitleg paragraaf 6.3
  • Maken opdrachten 6.3
  • Uitleg paragraaf 6.4
  • Maken opdrachten 6.4

Slide 2 - Slide

Collectieve voorzieningen ...
A
mogen door iedereen gebruikt worden
B
mogen alleen bedrijven gebruik van maken
C
worden betaald door de bedrijven
D
kan je alleen gebruiken bij betaling

Slide 3 - Quiz

Wat is GEEN collectieve voorziening?
A
school
B
politie
C
straatverlichting
D
bioscoop

Slide 4 - Quiz

De overheid bestaat uit?
A
Den Haag
B
De koning en ministers
C
Burgemeesters & Wethouders
D
Het Rijk, Provincies en gemeenten

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen 6.3
  • Je kunt uitleggen hoe sociale zekerheid is geregeld.



Slide 6 - Slide

Geen loon, toch inkomen
Sociale zekerheid: mensen die geen inkomen verdienen kunnen een uitkering krijgen, bijvoorbeeld omdat ze geen werk hebben of niet kunnen werken.


Slide 7 - Slide

Zekerheid kost geld
Iedereen die een inkomen heeft moet sociale premies betalen. 
De overheid gebruikt de sociale premies en een deel van het belastinggeld om de sociale zekerheid te betalen.

Slide 8 - Slide

WW-uitkering (Werkloosheidswet)
De WW-uitkering wordt uitgevoerd door het Rijk: het UWV
De WW-uitkering is een percentage van het laatstverdiende loon. 
In de werkloosheidswet staat hoelang je een uitkering krijgt en de voorwaarden.
  • Je krijg alleen een WW-uitkering als je ontslagen bent en het ontslag niet je eigen schuld is. 

Slide 9 - Slide

Bijstand
Als je om een andere reden werkloos bent, kun je bijstand krijgen. Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden:
  • je mag niet te veel spaargeld hebben
  • je partner mag niet te veel verdienen


Slide 10 - Slide

Ga aan de slag!
Maak opdracht 1, 2, 3a, 4a, 6ab, 7, 11 van paragraaf 6.3

Tijd: 20 minuten
Eerste 5 minuten in stilte, daarna mag je zachtjes overleggen in tweetallen
Na 20 minuten verder met paragraaf 6.4

      Klaar? 
Maak de rekentrainer opdracht van 6.4 (blz. 68)

timer
20:00

Slide 11 - Slide

Leerdoelen 6.4
  • Je kunt uitleggen wat de collectieve en particuliere sector is.
  • Je kunt uitleggen welke rol heeft de overheid in de collectieve en particuliere sector.

  • Je kunt berekenen met grote getallen en de rekenregels toepassen.

Slide 12 - Slide

Werken voor de overheid
Bij de overheid werken ambtenaren.
Bijvoorbeeld: een militair is in dienst van het Rijk, dus ook een ambtenaar.
Ook docenten zijn bijvoorbeeld ambtenaren!
 


Slide 13 - Slide

Geld van de overheid
 De overheid vindt bepaalde instellingen belangrijk en wil dat ze blijven bestaan.  De overheid geeft deze instellingen geld. Deze financiële steun noem je subsidie.
  • Subsidie voor bibliotheek wordt betaald van belastingen.
  • Subsidie voor een ziekenhuis wordt betaald uit sociale premies. 

Slide 14 - Slide

Infrastructuur
Een goede infrastructuur is belangrijk voor bedrijven. De overheid zorgt daarvoor: wegen, kanalen, spoor en andere voorzieningen om goederen te vervoeren. Bedrijven kunnen niet zonder deze voorzieningen.

Slide 15 - Slide

Collectieve sector: alle bedrijven die voor de overheid werken.
Particuliere sector: Bedrijven die goederen en diensten willen verkopen om winst te maken.

Slide 16 - Slide

Welke sector?
Collectieve sector 
Particuliere sector 

Slide 17 - Drag question

Ga aan de slag!
Maak opdracht 1, 2, 3a, 4a, 6ab, 7, 11 van paragraaf 6.3 + 
opdracht 2b, 3a, 6, 7a, 9, 11abc, 12 van paragraaf 6.4

Tijd: 25 minuten
zachtjes overleggen in tweetallen
      Klaar? 
Maak rekentrainer opdracht 6.4 op blz. 68

timer
25:00

Slide 18 - Slide