thema 8 GEDRAG - afronden 8.3 + UL 8.4 + 8.5

planning=


  • zelf nakijken (+HW-C) 8.3
  • uitleg 8.4
  • opdrachten maken 8.4
  • uitleg 8.5
  • opdrachten maken 8.5


1 / 45
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 45 slides, with text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

planning=


  • zelf nakijken (+HW-C) 8.3
  • uitleg 8.4
  • opdrachten maken 8.4
  • uitleg 8.5
  • opdrachten maken 8.5


Slide 1 - Slide

open je chromebook 
en 
ga naar biologie voor jou

Slide 2 - Slide

  1. Kijk opdracht 6+7 online na



2. daarna je boek open op blz. 232

3. kijk opdracht 1 t/m 5 na (online kun je de antwoorden krijgen door X in te vullen)
timer
10:00

Slide 3 - Slide

chromebook & boek dicht 

Slide 4 - Slide

leerdoel 8.4

  • Ik kan verschillende typen sociaal gedrag onderscheiden.

Slide 5 - Slide

Sociaal gedrag =
al het gedrag tussen soortgenoten.


Sociaal gedrag speelt een belangrijke rol bij de voortplanting en bij de overleving.

Slide 6 - Slide

paringsgedrag (=balts)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Paringsgedrag (=balts)
  • Paringsgedrag bestaat uit een aantal handelingen die een gedragsketen vormen.
  • Paringsgedrag is bedoeld om een partner aan te trekken en om de motivatie voor de paring te vergroten. 

Een voorbeeld van zo een gedragsketen is het paringsgedrag van een driedoornige stekelbaars;


Slide 9 - Slide

Paringsgedrag
Paringsgedrag (balts) bestaat uit een aantal handelingen die een gedragsketen vormen.

Paringsgedrag is bedoeld om een partner aan te trekken en om de motivatie voor de paring te vergroten.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Signaal
 Een prikkel of handeling bij sociaal gedrag noem je een signaal.





De gegeven signalen zijn kenmerkend voor een soort.

Slide 12 - Slide

Signalen!
Kleuren, geuren, geluiden, houdingen of gebaren zijn voorbeelden van signalen.

Door deze signalen is communicatie tussen soortgenoten mogelijk. 

Slide 13 - Slide

Territoriumgedrag
  • Veel dieren vormen een territorium (=een eigen gebiedje).
  • Er is dan geen concurrentie met soortgenoten om voedsel of partners. 
  • Een dier met  eigen territorium vertoont gedrag om het territorium aan te geven en te beschermen= territoriumgedrag. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Dreiggedrag

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Dreiggedrag
  • Op de grens van het territorium vertonen dieren vaak dreiggedrag.

  • Dreiggedrag is vaak:
        - deels aanvalsgedrag EN
        - deels uit vluchtgedrag.

Slide 18 - Slide

Imponeergedrag 
  • Dit is gedrag waarbij een dier zich zo groot 
  • maak en indrukwekkend voordoet.
  • Vaak is dreigen voldoende om een indringer te verdrijven. 

Slide 19 - Slide

  • Midden in zijn territorium is een dier meer            
gemotiveerd om aan te vallen dan om te vluchten. 
  • Hij dreigt niet, maar gaat meteen over op de aanvalsgedrag om de indringer te verjagen. 
Midden in zijn territorium is een dier meer gemotiveerd om aan te vallen dan om te vluchten. 

Hij dreigt niet, maar gaat meteen over op de aanvalsgedrag om de indringer te verjagen. 

Slide 20 - Slide

Voedingsgedrag = 
Al het gedrag dat dieren vertonen rondom wat, wanneer en hoe ze eten.
Bijvoorbeeld:
  • Jagen
  • Grazen
  • Voeden

Slide 21 - Slide

Verzorgingsgedrag = 
Het gedrag dat dieren vertonen bij het verzorgen van zichzelf of een ander.


Slide 22 - Slide

Broedzorg;
Dit is een combinatie van verschillende soorten gedrag, waaronder voedingsgedrag en verzorgingsgedrag. 



Slide 23 - Slide

Sommige diersoorten leven in paren tijdens 1 of meerdere seizoenen, en soms zelfs hun hele leven. 

Dit komt vooral voor 
bij vogels en zoogdieren. 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Verantwoorde behuizing

Om natuurlijk gedrag te stimuleren is er steeds meer aandacht voor verantwoorde behuizing van dieren.

Slide 26 - Slide

Verantwoorde behuizing
Gedrag van dieren in gevangenschap wijkt af van gedrag van dieren in de vrije natuur. 

Slide 27 - Slide

verantwoordelijke behuizing

Een verantwoordelijke behuizing zorgt ervoor dat dieren vaker natuurlijk gedrag kunnen vertonen.

Slide 28 - Slide

Maak nu online 
van thema 8
 van basisstof 8.4
opdracht 1 + 2 + 4 t/m 7
timer
15:00

Slide 29 - Slide

chromebook & boek dicht 

Slide 30 - Slide

leerdoel 8.5

  • Ik kan de functie van taakverdeling binnen een groep soortgenoten beschrijven en verschillende typen taakverdeling onderscheiden. 

Slide 31 - Slide

Rangorde in groepen
 = de plaats van een dier in de groep.
Een rangorde voortkomt conflicten tussen dieren, bijvoorbeeld ruzie over voedsel. 

  • Bij kippen = pikorde                                                    



Slide 32 - Slide

0

Slide 33 - Video

De rangorde bij chimpansees

  • Bijvoorbeeld om rust binnen de groep te behouden 
  • Om boven aan in de rangorde te komen, laten de mannelijke chimpansees imponeer gedrag zien met vechtpartijen

Slide 34 - Slide

Rangorde bij chimpansees
Om rust te bewaren binnen groep.

Mannelijke chimpansees:
  • Imponeergedrag vertonen, soms   
       vechten.
  • Bondjes en vriendschappen maken.
  • Moet samenwerken en ervoor zorgen dat zij hem blijven steunen.
Sterkste dus niet per se bovenaan.
Eenmaal bovenaan kost het moeite daar te blijven.


Slide 35 - Slide

Rangorde bij chimpansees
Vrouwelijke chimpansees:
Klimmen omhoog in de rang als er iemand boven hun sterft.

Rangorde binnen een gemeenschap staat niet vast, maar kan veranderen. 

Slide 36 - Slide

Taakverdeling

Slide 37 - Slide

Taakverdeling
Bij de taakverdeling vertonen sommige dieren ander gedrag dan hun soortgenoten.

Bij stokstaartjes staan er altijd een paar op wacht als de groep eten gaat zoeken. Zodra er gevaar dreigt, geven de wachters alarmsignalen af. 

Slide 38 - Slide

Taakverdeling bijen

Slide 39 - Slide

Taakverdeling bijen
Koningin: legt de eieren

werkbijen: vrouwtjes vervullen bijna alle taken, hangt af van haar leeftijd

Darren: Mannetjes die bevruchten de koningin. Na bevruchting uit het nest verjaagd en sterven v/d honger.

Slide 40 - Slide

Taakverdeling bij bijen 
De koningin legt bevruchte en onbevruchte eieren.
Uit de bevruchte eieren ontwikkelen zich werkbijen (vrouwtjes).
Uit de onbevruchte eieren ontstaan darren (mannetjes). 

Slide 41 - Slide

        Taakverdeling bij mieren          

Slide 42 - Slide

Taakverdeling van mieren
Koningin: zorgt voor voortplanting met mannetjes.

Bevruchte eieren: geven vrouwtjes. 
Onbevruchte eieren: geven mannetje

Vrouwtjes: hebben verschillende taken; soldaten, verkenners, jagers, verzorgers, voedselmakers.
s

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Video

Huiswerk voor volgende les = 
Maak ONLINE van thema 8
van basisstof 8.4 - opdracht 1 + 2 + 4 t/m 7 
EN 
van basissstof 8.5 - opdracht 1 + 2 + 3

PW thema 8 (basisstof 8.1 t/m 8.6) = 28 mei , je moet die les ook boek 3A en 3B meenemen!

Slide 45 - Slide