8.2 Nederland en de EU

Economie VMBO 3GL
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Economie VMBO 3GL

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Lesdoelen 8.2

- Welke afspraken er in de Europese Unie zijn gemaakt
- Hoe belangrijk de EU voor de Nederlandse handel is

- Hoe de wisselkoers invloed heeft op de import en export


Slide 3 - Slide

Europese Unie in 2019
Nu zijn er

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

EU = Europese Unie:
  • gemeenschappelijke regels (harmonisatie  -->  eerlijke concurrentie)
  • vrijhandel (de EU heeft een interne markt)

Vrij verkeer van:
  • goederen  en diensten (vrijhandel)
  • personen (je mag in elk EU land wonen, werken en studeren)
  • kapitaal (je kunt geld op een rekening in een ander EU-land zetten)

Slide 6 - Slide

Harmonisatie

Er zijn nog verschillen tussen EU landen, bijvoorbeeld het btw-tarief, accijns en milieuregels. Hierdoor is er spraken van oneerlijke concurrentie tussen EU landen. De Europese regering probeerd de regels gelijk te trekken, dit noem je harmonisatie. 

Slide 7 - Slide

EMU = Europese Monetaire Unie
De Europese Monetaire Unie (eurozone) bestaat uit de landen binnen de EU die de euro hebben ingevoerd. Niet alle landen in de EU gebruiken de euro !)

De Europese Centrale Bank let er op dat de euro zijn waarde behoudt.

Slide 8 - Slide

Als een land de euro wil gaan gebruiken moet het land een gezonde economie hebben: De inflatie moet laag zijn en het begrotinstekort en de staatsschuld mogen niet te hoog zijn.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Bij een stijging van de wisselkoers van buitenlands geld:
= de prijs van de dollar, pond, yen enz. gaat omhoog, dan
  • kost import meer = stijgende importprijzen = dalende import
  • betalen consumenten meer voor geïmporteerde producten
  • dalen de exportprijzen (de € is voor andere landen goedkoper geworden

       --> verbetering concurrentiepositie EMU-landen)

  • brengt export meer op = stijgende export = stijgende werkgelegenheid




Slide 11 - Slide

Juist of onjuist?
In alle landen van Europa kun je
met de euro betalen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Juist of onjuist?
De landen waar je met de euro kunt betalen, vormen samen de eurozone.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Wat zijn vreemde valuta?
A
Buitenlands geld
B
Wisselkoers
C
Provisiekosten
D
Euro's

Slide 14 - Quiz

Als de waarde van een euro gisteren
1 dollar was is en nu 1,30 dollar, dan is de wisselkoers van de euro:
A
gestegen
B
gedaald

Slide 15 - Quiz

Als de wisselkoers van de euro stijgt:
A
verbetert onze concurrentiepositie
B
verslechtert onze concurrentiepositie
C
verandert onze concurrentiepositie niet

Slide 16 - Quiz

Maak de opgaven in GoFormative
Klik hieronder op de link om naar de vragen te gaan:

Kies de les: Nederland en de EU


Slide 17 - Slide

Even herhalen ..

Slide 18 - Slide

Extra uitleg / informatie

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Slide 27 - Link

Slide 28 - Video