Nederlands in Gang Hoofdstuk 5 De markt

Les 5
Nederlands in Gang
Op de markt

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NT2WOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Les 5
Nederlands in Gang
Op de markt

Slide 1 - Slide

Doelen
1. Ik kan zeggen/vragen wat ik wil kopen.
2. Ik begrijp wat de prijs is en weet hoe ik moet betalen.
3.Ik ken verschillende soorten groente en fruit.
4. Ik ken de regels van het meervoud (pluralis)
5. Ik ken de regels van het bijvoeglijke naamwoord (adjective)
6. Ik ken de gebiedende wijs (imperative)
7. Ik ken de uitspraak van de /u/ en de /uu/ 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Link

Gesprek op de markt (deel 1)
Wie is er aan de beurt? 
(Wie kan ik helpen? )
Ik was eerst.
(Volgens mij was ik eerst.)
Mag ik een bos rozen?
Wilt u rode of roze?
Rode graag.

Anders nog iets? 
Dat was het? 

Gaat het zo mee? 

Slide 5 - Slide

Gesprek op de markt (deel 2)
(Wilt u) anders nog iets?
Ja, graag. Mag ik een bakje aardbeien?
Natuurlijk!
En wat kosten de tomaten?
Die zijn drie euro per pond.
Ja, doet u die ook maar.

Slide 6 - Slide

Gesprek op de markt (deel 3)
(Wilt u) verder nog iets?
Nee, dankuwel. Dat was het.
Dat is dan 15,50 euro.
Wilt u pinnen of (betaalt u) contant?
Pinnen graag.
Alstublieft. Dankuwel.

Slide 7 - Slide

Gesprek op de markt (deel 4)
Wilt u er nog een tasje bij?
Nee dank u, Ik heb er een bij me.
Nog een fijne dag!
Dank u wel, u ook.

Slide 8 - Slide

het meervoud (plural)
+ en           if the word ends with a consonant
+s  -           if the word ends with -el, -em, -en, -er, -je, e
+ ‘s             if the word ends with a vowel (except e)

1 boek - 2 boeken
1 komkommer - 2 komkommers
1 paprika - 2 paprika's


Opdracht 3
blz. 75

Slide 9 - Slide

groente en fruit
Quizlet

Slide 10 - Slide

de gebiedende wijs (imperative) 1
 
Pak je boek!
Doe de deur open!
Lees de tekst!

Zeg het maar!
Geef mij maar 2 paprika’s.
Doe maar!



 

Slide 11 - Slide

de gebiedende wijs (imperative) 2
Zeg het maar!
Geef mij maar 2 paprika’s.
Doe maar.

 
Adding 'maar' makes it more polite. 

Slide 12 - Slide

De gebiedende wijs (imperative)
3
neutraal: Zeg het maar.
Prima, doe het maar.
beleefd: Doet u maar een kilo aardappels, alstublieft.
Maar, maar even en eens maken het imperatief vriendelijk:
Goed, maak maar spaghetti.
Vertel eens over je familie.


Slide 13 - Slide

de gebiedende wijs (imperative) 4
Pak je boek maar.
Kom maar even.
Doe eens even de deur open.

You can also add: 
eens even


Slide 14 - Slide

uitspraak /u/ en /uu/

Slide 15 - Slide