H4.6 + Havo

1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma van de les
Terugblik op het huiswerk en de vorige les

Uitleg Hoofdstuk 4
- § 4.6 Langs de Assen
- § Havo grootheden en eenheden

Zelfstandig aan de slag (schriften controle)

Slide 2 - Slide

Gebruik je hier een zaagtand?
Tijd (min)
0
5
10
15
hoogte (cm)
40
30
25
0
A
Ja op de horizontale as
B
Ja op de verticale as
C
Nee ik gebruik geen zaagtand
D
Ik heb geen idee

Slide 3 - Quiz

een zaagtand gebruik je om
A
de verticale as in te korten
B
een stuk over te slaan in een assenstelsel
C
maak je de grafiek korter
D
haal je een stuk uit de grafiek

Slide 4 - Quiz

Zaagtand?
A
wel
B
geen

Slide 5 - Quiz

Zaagtand???

A
wel
B
geen

Slide 6 - Quiz

Oefenen!
Opdracht 17
Stuur een foto in!
timer
7:00

Slide 7 - Open question

Doel van de les
De leerling weet hoe je een geschikte stapgrootte kiest
De leerling kan grafieken maken met correcte assen
De leerling kent het verschil tussen grootheid en eenheid
De leerling weet wat het verband is en kan de grootheden en eenheden daarbij benoemen

Slide 8 - Slide

Paragraaf 4.6
Als je een grafiek tekent (of je 
nu een zaagtand gebruikt of 
niet). De afstand tussen alle 
getallen op de horizontale of 
verticale as moet steeds
hetzelfde zijn.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Havo paragraaf
Naast de assen staat dus altijd het verband. Vaak staan daar 2 woorden: Tijd in seconden of afstand in kilometer. 

Daarvan is het eerste woord de grootheid. (wat wil ik meten/weten)
Het tweede woord is dan de eenheid. (waarin druk ik dat dan uit)

Slide 11 - Slide

Havo paragraaf
Ik wil jouw lengte weten. In meters of centimeters
Ik wil jouw leeftijd weten. In jaren
Ik wil de hoogte van iets weten. In meters of centimeters
Ik wil de snelheid meten. In kilometer per uur
Ik wil de windkracht weten. In beaufort
Ik wil de massa weten. In grammen of kilogrammen
Ik wil de water diepte weten. In meters of centimeters

Slide 12 - Slide

Havo paragraaf
In een grafiek staan altijd 2 grootheden (en eenheden) die zeggen iets over waar de grafiek over gaat. Het verband. 


Slide 13 - Slide

Stapgrootte = de grootte van de stappen op de assen.
Stapgrootte = 10
Stapgrootte = 2
Stapgrootte = 40
Stapgrootte = 4

Slide 14 - Drag question

Als je een grafiek tekent, welke volgorde kan je dan hetb beste aanhouden?
1
2
3
4
5
teken een assenstelsel
kies een geschikte stapgrootte voor elke as
gebruik eventueel een zaagtand
zet de grootheden en eenheden langs de assen
teken de grafiek met potlood

Slide 15 - Drag question

De stapgrootte op de y-as is niet gelijk
De y-as begint niet bij x=0
Er is onnodig een scheurlijn gebruikt
De stapgrootte op de x-as is niet gelijk
De stapgrootte op de x-as is niet gelijk
De x-as snijd de y-as niet bij y=0

Slide 16 - Drag question

Wat is hier de stapgrootte?
A
1
B
2
C
-1
D
-2

Slide 17 - Quiz

Verticaal
stapgrootte van?
A
0,5
B
1
C
2
D
5

Slide 18 - Quiz

Wat is de horizontale stapgrootte?
A
6
B
3
C
2
D
1

Slide 19 - Quiz

Zelfstandig aan de slag
Maak §4.6 (blz 156 - 159)
Maak §Havo (blz 172 - 173)

Ben je klaar? 
- Kijk alles na

Slide 20 - Slide