3 havo - 46.1

bei Deutsch
havo 3
2. Periode 
KW 46
Heute:
Toets bespreken

-
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 4 min

Items in this lesson

bei Deutsch
havo 3
2. Periode 
KW 46
Heute:
Toets bespreken

-

Slide 1 - Slide

Ziel
punten sprokkelen

(en iets leren van je fouten...)

Slide 2 - Slide

Afspraken toets bespreken
1. ik maak fouten, ik hoop dat je iets vind 
2. tafels leeg (zeker geen pennen)
3. goed bij de buren,  kan een foutje zijn...
4. geen punten eraf, geen lager cijfer meer
5. per vraag de kans
...aan het einde totaal aantal punten tellen

Slide 3 - Slide

vraag over 
haben/sein/werden
in Präsens (o.t.t.)

6 punten
versie A     versie B
1. hast        36. haben
2. ist          37. ist
3. wird       38. hast
4. seid       39. seid
5. werden  40. werden
6. haben    41. wird


Slide 4 - Slide

vraag over 
haben/sein/werden
in Präteritum (o.v.t.)

6 punten
versie A          versie B
7. war/wurde    42. hatte
8. warst          43. warst
9. hatten        44. würde
10. würde        45. hatten
11. war             46. war
12. hatte         47. war/wurde





Slide 5 - Slide

vraag over 
zwakke werkwoorden
in Perfekt (v.t.t.)

10 punten totaal
versie A          versie B
13. geöffnet    48. geklebt
14. verletzt      49. gewünscht
15. aufgestellt  50. gehabt
16. gezeltet      51. geöffnet
17. gehabt        52. aufgestellt
18. kombiniert   53. kombiniert
19. geklebt        54. verletzt
20. gewünscht  55. gezeltet




Slide 6 - Slide

vraag over 
zwakke werkwoorden
in 2 tijden

10 punten totaal
Versie A                           Versie B
21. ich glaube/glaubte       56. sie erzählt/erzählte
22. du passt/passtest    57. ihr rechnet/rechnetet
23. er füllt/füllte             58. es blutet/blutete
24. sie erzählt/erzählte   59. du passt/passtest
25. es blutet/blutete       60. er füllt/füllte
26. Sie melden/meldeten  61. wir segeln/segelten
27. wir segeln/segelten   62. ich werde/wurde
28. ich werde/wurde 63. sie spazieren/spazierten
29. ihr rechnet/rechnetet 64. ich glaube/glaubte
30. sie spazieren/spazierten
                                      65. Sie melden/meldeten





Slide 7 - Slide

invullen werkwoord
5 punten
(volt. deelw. moet goed zijn, ook voor 1/2 punt)


versie A
31. du hast/hattest geschickt
32. Leo wird abgeholt
33. wir haben/hatten studiert
34. die Kinder sind/waren gewesen
35. ihr habt/hattet bezahlt (habt/hattet geschickt)
versie B
66. wir haben/hatten studiert
67. die Kinder sind/waren gewesen
68. Leo wird abgeholt
69. ihr habt/hattet bezahlt (habt/hattet geschickt)
70. du hast/hattest geschickt

Slide 8 - Slide

Woordjes en zinnetjes...





Daarna:
tel je punten na
5,8 fout = -1 punt
(70 punten totaal)





...zelf controleren met je boek.









D
4,5 fout = -1 punt
54 punten totaal

Slide 9 - Slide

Ziel
punten sprokkelen

(en iets leren van je fouten...)

Hast du das Ziel erreicht?

Slide 10 - Slide

der nächste Test
mijn voorstel voor mijn collega's
meer voordeel als je Duolingo doet
z.B. de leestekstjes overnemen
Dus zorg dat je heel sectie 1 kent

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

das Ende
Wat vond je van de les?
Wat was het leukste moment van de les?
Wat zou jij willen veranderen aan de les?
Hoe voel je je aan het einde van deze les?
... ?
kies een vraag en bedenk het antwoord

Slide 13 - Slide

Wält!
timer
5:00
alleen
tweetallen
timer
5:00
Aufträge

online grammaticatrainer
online woordtrainer
zinnen leren
...





-

Slide 14 - Slide

Wählt!
klein groepje skribbl.io
IN HET DUITS! AUF DEUTSCH!

of / oder

Duolingo

Slide 15 - Slide