Nieuw-Nederlands - Cursus 7 - Paragraaf 10

welkom
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

welkom

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
* Tien minuten lezen 
* Huiswerk vragen 
* Uitleg gebiedende en aanvoegende wijs 
* Huiswerk noteren en opdrachten maken 

Slide 2 - Slide

timer
10:00

Slide 3 - Slide

Deze les
Gebiedende wijs




Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Gebiedende wijs
DOE EENS NORMAAL!

  • Een zin met een bevel (opdracht/boodschap).
  • Bij gebiedende wijs staat er geen onderwerp in de zin.

Slide 6 - Slide

Gebiedende wijs
  • Hoe schrijf je de gebiedende wijs?

  • Als de ik-vorm tegenwoordige tijd:

  • Breng dat direct naar huis.
  • Gooi dat in de prullenbak!

Slide 7 - Slide

Gebiedende wijs
  • Als het woord "u" achter de persoonsvorm (= het werkwoord) staat, dan zijn er twee regels belangrijk om te weten:

  • 1 - 'u' is een lijdend voorwerp --> gebiedende wijs.
  • 2 - 'u' is het onderwerp --> geen gebiedende wijs.


Slide 8 - Slide

Gebiedende wijs
  • De gebiedende wijs enkelvoud wordt gebruikt zonder onderwerp en heeft dezelfde vorm als de stam van het werkwoord:
  • Loop door.
  • Eet je bord leeg.
  • Schrijf dat op.
  • Soms wordt de infinitief gebruikt:
  • Niet roken.
  • Deur sluiten.

Slide 9 - Slide

Goed of fout?

Houdt je mond.
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quiz

Download het bestand nu!
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Doe eens niet zo flauw
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

...... naar huis! (gaan)

Slide 13 - Open question

Gebiedende wijs
(Imperatief --> imp)
  • Bevel
  • Stam van werkwoord: Loop daarheen!
  • Geen onderwerp bij gebiedende wijs!
  • LET OP! Soms komt er een aangesproken persoon voor, lijkt op onderwerp: Piet, verdwijn!

Slide 14 - Slide

Havo
Jullie gaan nu in STILTE online paragraaf 12 maken van Cursus 7 spelling.
Er kunnen even geen vragen gesteld worden. 

Slide 15 - Slide

Aanvoegende wijs

Slide 16 - Slide

* Men neme een kilo suiker.
* Men legge daar eerst de uien in.
* Lang leve de koningin.
Benoem de werkwoorden. Wat valt op?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Video

Aanvoegende wijs

  • Wens, aansporing, toegeving, gevoel van berusting
  • Infinitief - n.
Lang leve de koningin.
Men neme een kilo suiker.
Helaas het zij zo

Slide 19 - Slide

Aanvoegende wijs
* werkwoord staat in tegenwoordige tijd
* eindigt (meestal) op een 'e' 

Let op: bij het werkwoord 'zijn' krijg je de verledentijdsvorm:

Bijv.: Ware het niet dat jullie vorig jaar ijsvrij kregen?

Slide 20 - Slide

Opdracht VWO
Aan de slag:
blz. 260/261: aanvoegende en gebiedende wijs
Maak de opdrachten van paragraaf 10, cursus spelling online. 

Slide 21 - Slide