Chapitre 3 : Le beau monde les 9 (mavo 2) di 23-03-2021

Chapitre 3: Le beau monde
1 / 49
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Chapitre 3: Le beau monde

Slide 1 - Slide

Aan het eind van de les:

-  heb je geoefend met leesvaardigheid, woordjes en grammatica;
- weet je wat een aanwijzend voornaamwoord is;
- kun je aanwijzende voornaamwoorden in het Frans herkennen en gebruiken. 


Slide 2 - Slide

Le programme
- Lecture    10'
- Révision  10'
- Grammaire 10'
- Au travail 10'
- Terugblik 3'

Slide 3 - Slide

Lecture (= lezen) 
Exercice 27

Lisez page 108 (Fanfan + Onemillion)
timer
3:00

Slide 4 - Slide

Waarom is Fanfan fan van Miley Cyrus?
Omdat ze ......
A
knap is.
B
een goed karakter heeft.
C
goed kan zingen.
D
mooie liedjes kan schrijven.

Slide 5 - Quiz

Wat doet Fanfan als fan van Miley Cyrus?
A
Fanfan draagt alleen nog maar roze kleding.
B
Fanfan kent alle liedjes van Miley uit haar hoofd.
C
Fanfan kleedt zich hetzelfde als Miley.
D
Fanfan heeft de Miley Cyrus fanclub opgericht.

Slide 6 - Quiz

Hoeveel posters van Miley heeft Fanfan op haar kamer?
A
6
B
5
C
10
D
50

Slide 7 - Quiz

Wie is Alexy Bosetti?
A
een acteur
B
een zanger
C
een gamer
D
een voetballer

Slide 8 - Quiz

Onemillion weet alles over het leven van Alexy Bosetti.
A
Vrai (= goed)
B
Faux (= fout)

Slide 9 - Quiz

Onemillion vindt de tatouages van Alexy Bosetti helemaal te gek.
A
Vrai (= goed)
B
Faux (= fout)

Slide 10 - Quiz

Je lis ........
A
le journal
B
la chance
C
la place
D
le membre

Slide 11 - Quiz

Wat kun je NIET lezen?
A
un texte
B
un magazine
C
un journal
D
un membre

Slide 12 - Quiz

Tu peux poser ........
A
un journal
B
une chance
C
une question
D
un autographe

Slide 13 - Quiz

Het tegenovergestelde van 'beaucoup' is ......
A
trop
B
rien
C
tout
D
un peu

Slide 14 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van 'tout'?
A
rien
B
premier
C
trop
D
vrai

Slide 15 - Quiz

Tu as déjà ........ de Stromae?
A
le membre
B
la réduction
C
l'autographe
D
la star

Slide 16 - Quiz

Dankzij welk woord hoef je minder te betalen?
A
la réduction
B
l'autographe
C
le magazine
D
le journal

Slide 17 - Quiz

Het aanwijzend voornaamwoord
(bron H)

Slide 18 - Slide


Wat is een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands?

Slide 19 - Slide

Wat is een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands?
A
de / het / een
B
mijn / jouw / onze / zijn
C
voor / na / tijdens / tegelijk
D
dit / dat / die / deze

Slide 20 - Quiz

Wat zou een aanwijzend voornaamwoord dan in het Frans zijn?
A
mon/ma/mes
B
le/la/les
C
ce/cet/cette/ces
D
un/une/des

Slide 21 - Quiz

Een aanwijzend voornaamwoord vertelt zelf eigenlijk al wat het doet. Je gebruikt het wanneer je iets aanwijst. Dus bijvoorbeeld:
Dat meisje heeft een mooie tekening gemaakt.
 Dat = aanwijzend vnw
Klik op het geluidsicoontje

Slide 22 - Slide

En dan nu in het Frans..
Je hebt verschillende vormen van het aanwijzend voornaamwoord (die / dit / deze / dat) in het Frans. Namelijk:






Om te weten welke vorm je moet gebruiken, kijk je naar het woord ná het aanwijzend vnw. Als dat woord vrouwelijk is, gebruik je de vrouwelijke vorm van het aanwijzend vnw, etc

Slide 23 - Slide

die / dit / deze / dat + zelfstandig naamwoord

ce + mannelijk woord bijv. ce chanteur
cet + mannelijk woord dat begint met een klinker / 'stomme' h bijv. cet appartement
cette + vrouwelijk woord bijv. cette chanteuse
ces + meervoudswoord bijv. ces photos.

Slide 24 - Slide

En nu even oefenen:

Slide 25 - Slide

Wat betekent 'ce talent'?

Slide 26 - Open question

Wat betekent 'ce journal'?

Slide 27 - Open question

Wat betekent 'ces chanteurs'?

Slide 28 - Open question

sleep de woorden naar het juiste aanwijzend vnw 
ce
cet
cette
ces
chanteurs
table (v)
soirée (v)
appartement
(m)
talent (m)
devoirs
émissions

Slide 29 - Drag question

_____ livre [mannelijk]
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 30 - Quiz

________ autographe [mannelijk]
A
cette
B
ce
C
ces
D
cet

Slide 31 - Quiz

______agenda [mannelijk]
A
cette
B
ces
C
ce
D
cet

Slide 32 - Quiz

________ filles [vrouwelijk]
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 33 - Quiz

_______ billet [mannelijk]
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 34 - Quiz

______ soirée [vrouwelijk]
A
cette
B
cet
C
ce
D
ces

Slide 35 - Quiz

......... garçons
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 36 - Quiz

_____ acteur [mannelijk]
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 37 - Quiz

Let op!

ses idoles --> zijn / haar idolen

ces idoles --> die / deze idolen

Slide 38 - Slide

_______ émission (v)
A
cet
B
cette
C
ces
D
ce

Slide 39 - Quiz

________ magazine (m)
A
cet
B
cette
C
ce
D
ces

Slide 40 - Quiz

______ journaux
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 41 - Quiz

________ dame (v)
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 42 - Quiz

chanteuses
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 43 - Quiz

______ salade (v)
A
cet
B
ce
C
ces
D
cette

Slide 44 - Quiz

Au travail
- Faire: bron H
- Réviser: voc F + G

Slide 45 - Slide

Aan het eind van de les:

-  heb je geoefend met leesvaardigheid, woordjes en grammatica;
- weet je wat een aanwijzend voornaamwoord is;
- kun je aanwijzende voornaamwoorden in het Frans herkennen en gebruiken. 


Slide 46 - Slide

Huiswerk voor de volgende keer

Zie Magister!

Slide 47 - Slide

Wat wil de volgende keer (extra) oefenen?

Slide 48 - Open question




Au revoir!!


Slide 49 - Slide