This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
5.2 Energiegebruik thuis
Slide 1 - Slide
5.2 Energiegebruik thuis
Thuis gebruik je nogal wat energie. Deze energie moet je betalen, dus je wilt zo zuinig mogelijke apparaten. Waar moet je dan op letten.
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Met behulp van een energielabel en de energieprijs uitrekenen hoeveel het gebruik van een apparaat per jaar kost
Energielabels lezen en aan de hand van energielabels iets opmerken over het energiegebruik
Aangeven wat je zoal kunt doen met 1kWh aan energie
Slide 3 - Slide
Wat kun je doen met elektrische energie
Met elektrische energie kun je warmte maken
Met elektrische energie kun je licht maken.
Met elektrische energie kun je iets laten bewegen.
Slide 4 - Slide
De grootte van 1 kWh
Met 1,0 kWh elektrische energie kun je:
. 10 uur internetten of . 15 keer je haar fohnen . Één kleine koelkast 1 dag laten koelen. . 4 avonden tv kijken . 250 gaatjes boren
Slide 5 - Slide
Wat kun je doen met elektrische energie
1,0 kWh kost ongeveer € 0,21 Een gemiddeld gezin gebruikt in huis ongeveer 3500 kWh per jaar.
Een elektrische auto gebruikt ook 3500 kWh per jaar
Met 3500 kWh kun je 35.000 uur internetten
Slide 6 - Slide
Een koelkast verbruikt per dag 0.6 kWh. Wat kost het om deze koelkast een heel jaar aan te laten staan. 1 kWh kost €0.25.
A
Kosten = 0.6kWh x €0.25 = €0.15
B
Kosten = 0.6kWh x €0.25 = €0.15 x 365 = €54,75
C
Kosten = 0.6kWh / €0.25 = €2.40
D
Kosten = 0.6kWh / €0.25 = €2.40 x 365 = €876
Slide 7 - Quiz
Elektriciteitsgebruik
Slide 8 - Slide
Hoe groot is het elektriciteitsgebruik in procenten van de televisie. (bekijk de vorige slide)
A
7%
B
5%
C
10%
D
1%
Slide 9 - Quiz
Hoe groot is het elektriciteitsgebruik in procenten van de koelkast (bekijk de vorige slide)
A
7%
B
5%
C
10%
D
1%
Slide 10 - Quiz
Elektrische apparaten verbruiken de laatste jaren steeds minder energie. Toch is het energieverbruik per huishouden door apparaten toegenomen. Hoe kan dit?
A
Er zijn meer eenpersoons huishoudens gekomen
B
De bevolking is toegenomen
C
Er worden steeds meer elektrische apparaten gebruikt.
Slide 11 - Quiz
Wanneer meer automobilisten een elektrische auto gaan rijden wordt de luchtkwaliteit
A
beter
B
slechter
Slide 12 - Quiz
Energielabel
Als je een elektrisch apparaat koopt zit er altijd een energielabel op met gegevens over onder andere het energiegebruik .
Slide 13 - Slide
Energielabel
Snel zichtbaar of het een goed apparaat is.
Slide 14 - Slide
0
Slide 15 - Video
Sleep de ster naar de plek, waar het energie verbruik per jaar staat vermeld.
Sleep het vierkant naar de plek waar het water verbruik per jaar staat vermeld.
Slide 16 - Drag question
Dit energielabel is milieuvriendelijk.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Vul in: een koelkast met Energielabel A is ......... dan een koelkast met Energielabel C.
A
milieuvriendelijker
B
milieu-onvriendelijker
C
even goed voor het milieu
Slide 18 - Quiz
Je koopt een wasmachine met energielabel G. Dit is een:
A
milieu zuinige wasmachine
B
erg vervuilende wasmachine
C
een goedkope wasmachine
D
een dure wasmachine
Slide 19 - Quiz
Je wil aan het milieu denken en koopt een product met energielabel A. Dit is:
A
zeer milieuzuinig
B
juist helemaal niet zuinig en vervuilend
C
half om half
D
geen van genoemde antwoorden
Slide 20 - Quiz
Leerdoelen
Met behulp van een energielabel en de energieprijs uitrekenen hoeveel het gebruik van een apparaat per jaar kost
Energielabels lezen en aan de hand van energielabels iets opmerken over het energiegebruik
Aangeven wat je zoal kunt doen met 1kWh aan energie