Blok 3 Spelling meervoud znw

1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoel
je kunt zefstandige naamwoorden in het meervoud spellen

Slide 2 - Slide

Meervoud op -en
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en.

  • lamp -> lampen
  • bord -> borden
  • mes -> messen

Slide 3 - Slide

Soms moet je....
  • de laatste letter verdubbelen. --> klas - klassen
  •  een e,a,o of u weghalen. --> schaar - scharen
  •  een -f veranderen in een -v. --> brief - brieven
  •  een -s veranderen in een -z --> huis - huizen

Slide 4 - Slide

Meervoud op -s
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -s.

  • lepel -> lepels
  • appel -> appels
  • druppel -> druppels

Slide 5 - Slide

meervoud op 's

znw die eindigen op -a, -i, -o, -u , -y

in het meervoud +  's voor de goede uitspraak


  oma's        ski's           radio's           

paraplu's          baby's     




Slide 6 - Slide

meervoud op -ën

znw die eindigen op -ee


in het meervoud + -ën

idee:      ideeën

zee:     zeeën

Slide 7 - Slide

meervoud op -eren

sommige woorden krijgen -eren

in het meervoud :

kind -> kinderen

ei -> eieren

blad -> bladeren

Slide 8 - Slide

Woorden zonder meervoud

Er zijn  woorden die geen meervoud kennen.

politie

rijst

tarwe

zand


Slide 9 - Slide

Het meervoud van
grens
A
grensen
B
grenzen
C
grens heeft geen meervoud

Slide 10 - Quiz

Het meervoud van
staaf
A
stafen
B
staven
C
staafs
D
staaven

Slide 11 - Quiz

Het meervoud van
schaap
A
schaapen
B
schapens
C
schapen
D
schappen

Slide 12 - Quiz

Het meervoud van
accu
A
accus
B
accu's
C
accuus
D
accu heeft geen meervoud.

Slide 13 - Quiz

Het meervoud van melk
A
melken
B
melks
C
melk heeft geen meervoud

Slide 14 - Quiz

Het meervoud van
voetstap
A
voetstappen
B
voetstapen

Slide 15 - Quiz

Het meervoud van giraf is
A
giraffen
B
giraffes

Slide 16 - Quiz

wat is het meervoud van huis
A
huizen
B
huisen

Slide 17 - Quiz

wat is het meervoud van idee
A
ideën
B
ideeën

Slide 18 - Quiz

wat is het meervoud van
lolly
A
lolly's
B
lollys

Slide 19 - Quiz

wat is het meervoud van zee
A
zeeën
B
zeën

Slide 20 - Quiz

Het meervoud van
handdoek

Slide 21 - Open question

Het meervoud van
sieraad

Slide 22 - Open question

Het meervoud van
hobby

Slide 23 - Open question

Het meervoud van
camera

Slide 24 - Open question

Het meervoud van
cadeau

Slide 25 - Open question

Het meervoud van
metro

Slide 26 - Open question

Het meervoud van
snee

Slide 27 - Open question

Het meervoud van
moskee

Slide 28 - Open question