This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Techniek theorie toets - algemeen (extra)
Slide 1 - Slide
Algemene vragen:
gereedschappen in het technieklokaal.
Slide 2 - Slide
Wat zijn gereedschappen?
A
Gereedschappen of werktuigen zijn hulpmiddelen om bewerkingen te kunnen uitvoeren die een mens (of dier) met zijn lichaam zelf niet of moeilijk kan uitvoeren.
B
Gereedschap is een apparaat opgebouwd uit een frame, een aandrijvingsmechanisme en overige specifieke onderdelen.
C
Gereedschap heeft te maken met het ontwerpen en bouwen van computers, mobiele telefoons, wolkenkrabbers, en andere bouwwerken, verwant met bouwkunst.
D
Gereedschappen gebruik je voor het aanbrengen van wenselijk geachte veranderingen in de omgeving door menselijke activiteit.
Slide 3 - Quiz
Gereedschappen zijn in groepen te verdelen
Meetgereedschappen
Aftekengereedschappen
Montagegereedschappen
Bewerkingsgereedschappen
Klemgereedschappen
De volgende vragen gaan hierover!
Slide 4 - Slide
Waarvoor wordt meetgereedschap gebruikt? Geef een voorbeeld!
Slide 5 - Open question
Welk meetgereedschap is hier afgebeeld?
A
Rek maat
B
Schuif maat
C
Diepte meter
D
Hoogte meter
Slide 6 - Quiz
WAT ZIEN WE HIER AFGEBEELD?
A
Meetlint
B
Schuifmaat
C
Metalen liniaal
D
Waterpas
Slide 7 - Quiz
Wat kun je goed meten met een Winkelhaak?
A
Lengte maten
B
Hoeken van 60 graden
C
Rechte (haakse) hoeken
D
Diepte maten
Slide 8 - Quiz
Wat is een andere benaming voor een "winkelhaak"?
A
Lengtehaak
B
Hamerhaak
C
Duimhaak
D
Blokhaak
Slide 9 - Quiz
Wat kun je met een schuifmaat allemaal meten?
A
Een schuifmaat of schuifpasser is een meetinstrument waarmee buitenmaten, binnenmaten en dieptematen kunnen worden gemeten.
B
Een schuifmaat of schuifpasser is een meetinstrument waarmee hoogtematen kunnen worden gemeten
C
Een schuifmaat of schuifpasser is een meetinstrument waarmee een schatting gemaakt kan worden van de buitenmaten en binnenmaten
D
Een schuifmaat of schuifpasser is een meetinstrument waarmee grote buitenmaten, binnenmaten en dieptematen kunnen worden gemeten
Slide 10 - Quiz
Wat is in de afbeelding hiernaast weergegeven?
A
Duimstok
B
Meetlint
C
Rolmaat
D
Meetlat
Slide 11 - Quiz
Sleep de juiste afbeelding naar de juiste plek!
Geodriehoek
Hoekmeter
Gradencirkel
Gradenboog
Slide 12 - Drag question
Welke tang is hier afgebeeld?
A
Knijptang
B
Punttang
C
Kniptang
D
Zijkniptang
Slide 13 - Quiz
Hiernaast is een combinatietang afgebeeld. Waarom heet dit een combinatietang?
A
Deze tang kan voor meerdere doeleinden gebruikt worden
B
Deze tang moet in combinatie met een kniptang gebruikt worden
C
Combi is een merknaam van de fabrikant
D
De tang is gefabriceerd van staal in combinatie met kunststof
Slide 14 - Quiz
Welke tang is hiernaast afgebeeld?
A
Pomptang
B
Waterpomptang
C
Combinatietang
D
Combitang
Slide 15 - Quiz
Metaalbeitel
Kraspen
Centerpons
Slide 16 - Drag question
Slide 17 - Slide
Waar wordt het IQ van Einstein op geschat?
A
160
B
100
C
140
D
120
Slide 18 - Quiz
In 1921 ontving Albert Einstein een Nobelprijs voor de natuurkunde. Wanneer ontvang je een Nobelprijs?
A
als je een Nobel-wedstrijd wint
B
wanneer je veel artikel over een onderwerp schrijft
C
als je heel belangrijk werk hebt verricht
D
wanneer iedereen je aardig vindt
Slide 19 - Quiz
Een groot deel van de hersenen van Albert Einstein zijn in het bezit van: