We vertellen om de beurt drie interessante dingen over onszelf. Bijvoorbeeld:
A:ik kan trompet spelen,
B:ik heb met dolfijnen gezwommen,
C:ik heb in een helikopter gevlogen.
Twee zijn waar en één is een leugen. De andere moeten raden wat de leugen is.
De leerling die de meeste onjuiste stemmen heeft gekregen wint.