H6.2 Verteringstelsel

H6.2 Verteringsstelsel
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

H6.2 Verteringsstelsel

Slide 1 - Slide

Zonder tanden??

Slide 2 - Slide

Tanden
  • 1e tandje 4 maanden, waarom?
  • Melkgebit & volwassen gebit.
    Functies:
  • Mechanische verkleining => voedsel in kleine delen knippen en vermalen.
  • Oppervlaktevergroting bij verteringsproces door kauwen: Waarom is dat nuttig?

Slide 3 - Slide

Verteren kun je leren

Slide 4 - Slide

Weg van het voedsel
  • Mondholte
  • Slokdarm
  • Maag
  • Twaalfvingerige darm
  • Dunne darm
  • (Blindedarm)
  • Dikke darm
  • Endeldarm
  • Anus

Slide 5 - Slide

Mechanische & Chemische vertering
  • Mechanische vertering: Kleiner maken en mengen van ingeslikt voedsel. Kauwen en kneden
    Belangrijk: zorgt voor oppervlaktevergroting!!

  • Chemische vertering: Verkleinen van macromoleculen (de voedingsstoffen) tot monomeren met behulp van enzymen.
    Ofwel enzymatische vertering: enzymen knippen grote voedingsstoffen kleiner.



Slide 6 - Slide

Enzymen
Enzymen zijn heel selectief bij de vertering, door hun vorm.
Net als een puzzelstukje past een enzym precies op 1 plaats.

Slide 7 - Slide

Vertering
  • Doel = voedingsstoffen klein genoeg maken om op te nemen in bloed.

  • Het afbreken van grote moleculen (macromoleculen, polymeren) tot kleine moleculen (monomeren) met behulp van verteringsenzymen.

  • Alles wat bruikbaar is neem je op in je darmen, restanten (onverteert/onverteerbaar) poep je uit.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Bouwen verteringstelsel
- Ieder groepje krijgt een onderdeel van het verteringsstelsel
- Teken op 1 a4tje dit onderdeel (gebruik het hele a4tje)
- Zorg dat de verschillende onderdelen op elkaar passen
- Zet op een tweede a4 tje de naam van het onderdeel en wat dit onderdeel doet (grote letters)
- Plak de onderdelen aan elkaar zodat het 1 lopend verteringsstelsel is, plak de uitleg ernaast

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Mondholte
  • Vertering start al in de mond
  • 6 speekselklieren => produceren speeksel.

  • Speeksel: verteringssap met het enzym (amylase) 
  • Breekt zetmeel (koolhydraat) af.


Slide 12 - Slide

Slokdarm
  • Vervoeren van voedselbrij richting de darm.
  • Darmperistaltiek => knijpbeweging die voedsel voort duwt.

  • Kringspieren en lengtespieren trekken om de beurt samen.
  • Kringspieren maken het smaller (samentrekken)
  • Lengtespieren maken het wijder 
  • Peristaltische bewegingen ook in de maag en darmen

Slide 13 - Slide

Maag
  • Opslagplaats (kan veel voedsel in)

  • Wand produceert maagsap (2,5L/ 24h)
  • Maagsap = enzymen + zoutzuur + slijm
  • Zoutzuur pH 1,5 => doodt bacteriën.

  • Slijm beschermt maagwand tegen zoutzuur.
  • Peptase verteert eiwitten tot peptiden.


Slide 14 - Slide

Wanneer mag eten uit de maag?

Slide 15 - Slide

Maagportier
  • De kringspier tussen de maag en de darmen.

  • Twaalfvingerige darm = eerste stukje darm na de maag.

  • Gaat open als eten ertegen duwt. 
  • Gaat daarna pas weer open als de zure brei minder zuur is geworden door het alvleessap wat er in de 12-v darm bij komt. 

Slide 16 - Slide

Twaalfvingerige darm
  • Eerste deel van je dunne darm

  • Afvoerbuizen vanaf de alvleesklier en galblaas
  • Alvleessap - pH8, en enzymen die koolhydraten, vetten en eiwitten (verder) verteren

  • Hoge pH neutraliseert maagsap en bij deze pH werken de enzymen het beste

Slide 17 - Slide

Lever en Galblaas
  • Lever maakt gal
  • Gal wordt opgeslagen in galblaas
  • Bij vet eten komt gal in 12-vingerige darm
  • Grote vetdruppels worden klein gemaakt = emulgeren

Slide 18 - Slide

Dunne darm
  • 5 m lang
  • Darmsapklieren => Toevoegen enzymen laatste stap vertering


  • Koolhydraten => monosacharide
  • Eiwitten => aminozuren
  • Vetten => vetzuren en glycerol


  • Opname voedingsstoffen en verteringsproducten


Slide 19 - Slide

Blinde en dikke darm
  • 1,5 m lang
  • Blinde darm - appendix

  • Darmflora
  • Vitamine K en water resorptie

  • Ontlasting = onverteerde voedselresten, darmbacteriën, afvalstoffen, water, slijm.

Slide 20 - Slide

Te veel stoffen
  • Additieven => geur, kleur en smaakstoffen.
  • ADI-waarde => hoeveelheid die mensen per kg lichaamsgewicht kunnen eten zonder risico op gezondheidsklachten 

Slide 21 - Slide