This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
AMN 1F Rekenen Oefentoets
Verhoudingen en Breuken
Slide 1 - Slide
Door de enorme hagelbui is 1 op de 5 appels beschadigd.
Hoeveel procent van de appels is beschadigd? ................ %
Slide 2 - Open question
A
2 + 0,20
B
2 + 0,40
C
2 + 0,50
D
2 + 0,80
Slide 3 - Quiz
Een vierde van de auto's is zwart.
Een vierde schrijf je als......
A
1/4
B
0,4
C
1,4
D
14
Slide 4 - Quiz
Een vierde van de auto's is zwart.
Wat is de noemer van de breuk?
A
1
B
4
Slide 5 - Quiz
Aan het eind van de maand wordt in het café de fooienpot verdeeld. Ieder krijgt 25%
Dit betekend dat het bedrag in de fooienpot wordt gedeeld door ....... ?
Slide 6 - Open question
Een kwart van de mensen sport twee keer per week.
Hoeveel procent is een kwart?............ %
Slide 7 - Open question
Twee derde van de bezoekers vond het feest geweldig.
Hoe schrijf je twee derde als breuk?
A
23
B
2,3
C
0,23
D
2/3
Slide 8 - Quiz
Twee derde van de bezoekers vond het feest geweldig.
Wat is de teller van deze breuk (2/3)
A
2
B
3
Slide 9 - Quiz
Er zijn deze maand 25% minder auto's verkocht dan vorige maand.
Schrijf 25% als breuk
A
2/5
B
1/4
C
1/25
D
1/2
Slide 10 - Quiz
Door de enorme hagelbui is 1/5 deel van de perenoogst mislukt.
Schrijf 1/5 deel van percentage: ...............%
Slide 11 - Open question
Één op de twee gezinnen heeft een huisdier.
Hoeveel procent is dat? ...........%
Slide 12 - Open question
1/4 deel van de stemmers stemde 's ochtends.
Hoeveel procent is dat?...............%
Slide 13 - Open question
Een doos met vijf ijsjes kost € 5,-
Hoeveel kosten 2 ijsjes?
A
€ 1,-
B
€ 2,-
C
€ 3,-
D
€ 4,-
Slide 14 - Quiz
Er 240 mensen op een feest. 1 op de drie zijn met de auto gekomen. Hoeveel mensen zijn met de auto gekomen?
Slide 15 - Open question
Je pompt water uit een volgelopen kelder. De pomp kan 50L per minuut wegpompen.
Hoeveel tijd is er nodig om 1500 dl weg te pompen?
A
1 minuut
B
3 minuten
C
15 minuten
D
30 minuten
Slide 16 - Quiz
Voor het koken van rijst voor 4 personen heb je 4 kopjes rijst en 6 kopjes water nodig.
Hoeveel heb je nodig voor 2 personen?
A
2 kopjes rijst, 3 kopjes water
B
3 kopjes rijst, 2 kopjes water
C
8 kopjes rijst, 12 kopjes water
D
12 kopjes rijst, 8 kopjes water
Slide 17 - Quiz
Jullie auto heeft een benzinetank met een inhoud van 40 liter. Jullie gaan op vakantie met een volle tank. Na 440 km is de tank leeg. Hoeveel km heeft jullie auto op 1km gereden? .......... km?
A
1
B
11
C
4
D
44
Slide 18 - Quiz
Een voetbalwedstrijd duurt 90 minuten. In een wedstrijd tussen Valencia en Real Madrid heeft Real Madrid 60% balbezit. Hoeveel minuten had Madrid de bal in bezit? ............. minuten
A
60
B
45
C
54
D
78
Slide 19 - Quiz
Een jas kost €200,-. In de uitverkoop kost dezelfde jas nu €100,-
Hoeveel procent korting krijg je? ....... %
Slide 20 - Open question
Een bakker heeft afgelopen jaar 32.000 broden verkocht. 50% van die broden waren bruin.
Hoeveel bruine broden heeft de bakker verkocht? .......
Slide 21 - Open question
Een bakker heeft afgelopen jaar 32.000 broden verkocht. 50% van die broden waren bruin.
Hoeveel bruine broden heeft de bakker verkocht? .......