H6.3 De overheid bemoeizuchtig

Economie
vwo 3
Lesbrief de Samenleving H2
Overheid
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Economie
vwo 3
Lesbrief de Samenleving H2
Overheid

Slide 1 - Slide

de overheid
Wat moet je kunnen van deze paragraaf:
  • Je kunt de opbouw van de collectieve sector beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat (quasi-)collectieve goederen zijn.

Slide 2 - Slide

Collectieve sector:
- streeft niet naar winst
- moet wel uitkomen 
met haar geld dus... 
begroting maken!!

Particuliere sector:
- streven naar winst
- bedrijven/burgers
- marktwerking

Slide 3 - Slide

Collectieve sector
Regering: Bestuurt het land en neemt beslissingen.
Provincie: Het provinciebestuur controleert het werk van de van de gemeenten in de provincie en zorgt ervoor dat de gemeenten goed samenwerken.
Parlement: Controleert de regering, neemt beslissingen en beslist of de plannen worden uitgevoerd.
Ministerie: De voorbereiding van beleid, wetten en regelingen
Gemeente:  Gaat over zaken die alleen de inwoners van de gemeenten aangaan. 
Waterschappen: Zorgen voor de waterhuishouding in Nederland. Zij bewaken het waterpeil en de kwaliteit van het water.
Sociale fondsen: verzorgen de sociale verzekeringen, zoals de werkloosheidsverzekering en de Algemene Ouderdomswet (AOW).

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

De overheid grijpt in
Subsidies
Stimuleren van de consumptie van bepaalde goederen en diensten
→ De prijs gaat omlaag

Accijns
Afremmen van de consumptie van bepaalde goederen en diensten
→ De prijs gaat omhoog
Indirecte belasting

Belasting op inkomen, winst, vermogen
Correctie van de grote verschillen tussen inkomens door de werking van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.
Directe belasting
→ Progressief


Progressief: Mensen met een hoog inkomen betalen in verhouding meer belasting dan mensen met een laag inkomen.
Bedrijven moeten een deel van de verkoopprijs als accijns aan de overheid afstaan. 
→ Het wordt voor bedrijven minder aantrekkelijk om het product aan te bieden.
→ Het aanbod daalt.
→ Het product wordt duurder.
→ De vraag naar het product daalt.

Slide 9 - Slide

Collectieve goederen
Collectieve goederen zijn goederen die alleen door de overheid geleverd kunnen worden.

De particuliere sector kan deze goederen niet leveren, omdat het goed niet leverbaar is in eenheden per persoon.

Bijvoorbeeld:
  • Aanleggen van dijken 
  • Straatverlichting 
  • Politie 

De overheid laat inwoners betalen door middel van belastingheffing. 

Slide 10 - Slide

Collectieve Goederen
Collectieve goederen worden dus door de overheid gemaakt en zijn voor iedereen beschikbaar.
  • Politie.
  • Brandweer.
  • Leger.
  • Zorg.
  • Infrastructuur.

Slide 11 - Slide

Waarom collectieve goederen?
1) Belangrijk voor iedereen (politie)
2) Zelf kwaliteit bewaken (rechtspraak)
3) Kosten zijn niet te delen (straatverlichting)
4) Het moet betaalbaar blijven (onderwijs)

Slide 12 - Slide

Quasi-collectieve goederen
Quasi-collectieve (semicollectieve) goederen: individuele goederen die de overheid produceert.
Bibliotheken, tolwegen, onderwijs --> vanuit het belang kiest de overheid ervoor om het voor iedereen beschikbaar te stellen

Slide 13 - Slide

Quasi-collectieve goederen
Sommige individuele goederen vindt de overheid zo belangrijk dat ze er graag aan bijdraagt. 
omdat ze van groot maatschappelijk belang zijn 
of anders te duur worden (subsidie). 

Dit noemen we quasi-collectieve goederen. 
Bijv. onderwijs, zorg, bibliotheek, openbaar vervoer enz. 


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Maken opg 2.1 t/m 2.9

Slide 16 - Slide