U2 periode 1 spreekvaardigheid les 10

La clase de español de U2
lunes, 4 de octubre de 2021
lesdoel:  conocer en español algunas profesiones.
je leert aantal beroepen in het Spaans kennen.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
SpaansWOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

La clase de español de U2
lunes, 4 de octubre de 2021
lesdoel:  conocer en español algunas profesiones.
je leert aantal beroepen in het Spaans kennen.

Slide 1 - Slide

Hoy en clase
  • La clase anterior
  • Repasar la gramática
  • nuevo vocabulario: profesiones
  • escribir la presentación
  • evaluar
  • la preparación para la siguiente clase

Slide 2 - Slide

La clase anterior
Habla con tu compañero de clase sobre la clase anterior en holandés:
1.  Welke fout heb jij in je tekst gemaakt?
2. Waar moet je opletten als Nederlandse leerling als je Spaans schrijft/praat?
3.  Wat is dit/deze? 
4. En hoe werken deze aanwijzende voornaamwoorden in het Spaans?
5. Noem alle bezittelijke voornaamwoorden in het Spaans.
6. Wat is het verschil tussen de Nederlandse en Spaanse bezittelijke voornaamwoorden.
timer
2:00

Slide 3 - Slide

Zet het juiste aanwijzende voornaamwoorden bij de zelfstandige naamwoorden:
1. (deze) chicas
2. (deze) profesores
3. (dit) cuaderno
4. (deze) estación
timer
2:00

Slide 4 - Open question

Vertaal de volgende zinnen:
1. Ze heeft blauwe ogen en zwart haar.
2. Mijn zus is dun en lang.
3. Dit is mijn vriend.
4. Dit is mijn zus

timer
3:00

Slide 5 - Open question

Nuevo vocabulario: profesiones
Mira el vídeo de tio Spanish y escribe en tu cuaderno el significado en holandés de estas palabras:
1. enfermero/a
2. bombero
3. camarero/a
4. abogado/a

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Las profesiones
Escribe en tu cuaderno el significado en español de:
1. politieagent
2. arts
3. architect

Slide 8 - Slide

timer
1:00
Escribe en holandés o español la profesión de tu persona importante

Slide 9 - Mind map

Escribir para tu presentación 1
  1. naam
  2. achternaam
  3. leeftijd
  4. verjaardag
  5. nationaliteit

Slide 10 - Slide

Escribir para tu presentación 2
6. Geboorteplaats
(waar is hij/zij geboren?)
7. Woonplaats
(waar woont hij/zij?
8. familie
(wat is hij/zij van jou?)
9. Uiterlijk
(kleur ogen, haar, lengte, omvang?)
10. Karakter
(1 goede en slechte eigenschap) (bekijk de bijlage in magister agenda)

Slide 11 - Slide

Escribir para tu presentación 3
11. Beroep
12. Hobby’s
13. Lievelingsvak
14. Lievelingskleur
15. Lievelingsdier

Slide 12 - Slide

timer
2:00
Schrijf op wat je vandaag bij Spaans hebt geleerd en wat je verder wil leren.

Slide 13 - Mind map

La preparación para el jueves
leren vocabulaire el físico y la familia esp-hol, hol-esp
leren uitgangen regelmatige werkwoorden, ser, tener en llamarse)
leren bezittelijke voornaamwoorden en aanwijzende voornaamwoorden
leren geslacht van woorden (ook de uitzonderingen) en de meervoudsregels

Slide 14 - Slide