This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Welke reactie klopt bij fotosynthese?
A
zuurstof + zonlicht + water -> glucose + kooldioxide
B
zonlicht + glucose + water -> zuurstof + koooldioxide
C
glucose + zuurstof -> water + zonlicht + kooldioxide
D
water + kooldioxide + zonlicht -> glucose + zuurstof
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Fotosynthese is een vorm van assimilatie. In de voortgezette assimilatie maken planten al hun eigen stoffen. Naast CO2 en water moeten planten daarom nog meer stoffen opnemen. Welke zijn dat? En waar komen ze vandaan?
A
Mineralen uit de lucht
B
Zuurstof uit de lucht
C
Koolhydraten uit de bodem
D
Mineralen uit de bodem
Slide 6 - Quiz
Planten nemen de elementen stikstof (N) en fosfaat (P) op via mineralen zoals nitraat en fosfaat.
Waar gebruiken planten N en P voornamelijk voor?
A
Voor het maken van aminozuren en celmembranen
B
Voor het maken van vetzuren en celwanden
C
Voor het maken van koolhydraten, zoals zetmeel
D
Voor het maken van suikers
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Fotosynthese is een vorm van assimilatie. In de voortgezette assimilatie maken planten al hun eigen stoffen. Naast CO2 en water moeten planten daarom nog meer stoffen opnemen. Welke zijn dat? En waar komen ze vandaan?
A
Mineralen uit de lucht
B
Zuurstof uit de lucht
C
Koolhydraten uit de bodem
D
Mineralen uit de bodem
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Het vocht van de Reuzenberenklauw kan (in UV-licht) brandblaren veroorzaken. Dit is:
A
Mechanische afweer
B
Chemische afweer
C
Specifieke afweer
D
Algemene afweer
Slide 14 - Quiz
In de brandharen van brandnetels zit o.a. histamine. Wat doet histamine ook alweer in je lichaam?
A
Niets
B
Het zorgt voor activering van Tc-cellen
C
Het veroorzaakt bloedvatverwijding en jeuk
D
Het veroorzaakt bloedvat-vernauwing en koorts
Slide 15 - Quiz
Op welke verteringsenzymen hebben plantenstoffen zoals caffeïne effect?
A
Op verteringsenzymen van dieren
B
Op verteringsenzymen van planten
C
Op verteringsenzymen van schimmels
D
Op verteringsenzymen van bacteriën
Slide 16 - Quiz
Caffeïne bindt op de actieve plaats van verteringsenzymen. Wat is daarvan de invloed op de enzymwerking?
A
Die wordt beter
B
Die blijft gelijk
C
Die wordt slechter
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Planten scheiden alarmstoffen uit waar predatoren van vraatinsecten op afkomen. Dit is een vorm van...
A
Concurrentie
B
Commensalisme
C
Parasitisme
D
Mutualisme
Slide 21 - Quiz
Grote grazers (koeien, paarden) eten verse giftige planten - zoals Jacobskruiskruid - niet op. Waardoor kunnen ze dan toch dood gaan als er Jacobskruiskruid in het hooi zit?
A
Door het drogen van hooi verdwijnen de plantenhormonen
B
Door het drogen van hooi komen er meer gifstoffen in de planten
C
Door het drogen van hooi verdwijnen de voedingsstoffen
Slide 22 - Quiz
Waarom vinden veel mensen vers gemaaid gras zo lekker ruiken? Gebruik in je hypothese argumenten over plantenhormonen en natuurlijke vijanden