* weer wat we vorig jaar bij leesvaardigheid hebben geleerd.
timer
10:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Lesplanning
* stillezen in je leesboek
* herhaling leesvaardigheid klas 1
Lesdoel
Aan het eind van de
les kan/weet ik:
* weer wat we vorig jaar bij leesvaardigheid hebben geleerd.
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Als je in een tekst een onbekend woord tegenkomt, kun je proberen zelf de betekenis te vinden. Je kijkt daarvoor naar de context, de tekst rond het onbekende woord.
Slide 2 - Slide
Woordraadstrategieën
Zoek een synoniem; een ander woord met dezelfde betekenis
Zoek een omschrijving; een uitleg wat het woord betekent.
Zoek een definitie; een vaste, nauwkeurige omschrijving.
Zoek een voorbeeld; deze herken je aan woorden als zoals, bijvoorbeeld, neem nou etc.
Zoek een tegenstelling; deze herken je aan woorden als maar, echter, toch etc.
Zoek een bekend woorddeel; deze vind je o.a. in samenstellingen en afleidingen.
Bekijk de illustratie(s); zoals foto's, lijstjes of schema's.
Slide 3 - Slide
Hoe noteer je het onderwerp?
A
In een hele zin.
B
Hier is geen regel voor.
C
In 1 of een paar woorden.
D
Het onderwerp is gelijk aan de titel.
Slide 4 - Quiz
Wat is het onderwerp van deze tekst?
In het schooljaar 2019-2020 gingen de centrale examens niet door vanwege Corona. Veel leerlingen vonden dit erg jammer. Ze hadden graag willen ervaren hoe het zou zijn om samen in een gymzaal de examens te moeten maken. Nu er geen examens zijn gemaakt, weten de leerlingen ook niet of ze ooit officieel geslaagd zouden zijn. Hopelijk gaan dit schooljaar de examens wel gewoon door.
Slide 5 - Open question
In welk deel van de tekst vind je de kern (het belangrijkste)?
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
D
inleiding en slot
Slide 6 - Quiz
Hoe bepaal je passende tussenkopjes (deelonderwerpen)?
A
door globaal te lezen
B
door zoekend te lezen
C
door oriënterend te lezen
D
door precies te lezen
Slide 7 - Quiz
Wat doe je als je in een folder de openingstijden van een dierentuin zoekt? De tekst ...
A
precies lezen
B
zoekend lezen
C
oriënterend lezen
D
globaal lezen
Slide 8 - Quiz
De hoofdgedachte is...
A
de kernzin van een tekst.
B
de hoofdzaak van een tekst.
C
het belangrijkste van een tekst in één zin.
D
de samenvatting van een tekst.
Slide 9 - Quiz
De hoofdgedachte van een tekst ...
A
staat altijd in de inleiding.
B
staat altijd in het slot.
C
moet je altijd zelf bedenken.
D
staat vaak in de inleiding of het slot.
Slide 10 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte?
Hoofdgedachte ?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.
Slide 11 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
Door alle inspanningen van de gemeente wordt Zwolle gezien als een fietsstad.
B
Door het aanleggen van fietsstraten denkt de gemeente Zwolle dat de binnenstad verkeersveiliger wordt.
C
Een fietsstraat is een straat die ingericht is als een soort fietspad waar ook auto’s op mogen rijden.
D
Door de fietsstraten zijn de belangrijke fietsroutes voor fietsers en automobilisten beter herkenbaar.
Slide 12 - Quiz
Is 'informeren' een tekstdoel of een tekstsoort?
A
Tekstsoort
B
Tekstdoel
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 13 - Quiz
Welke tekstsoort hoort bij het tekstdoel 'amuseren'?