Les 5 Huiswerk Meervoudsvormen

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1-3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

doel van de les
straks weet je :
hoe je een zelfstandig naamwoord (mens, dier of ding) in het meervoud moet zetten, en op welke 3 manieren dit moet.

Slide 2 - Slide

eerst een paar vragen.....
wat weet je al?

Slide 3 - Slide

Wat is het meervoud van plant?
A
plants
B
plantes
C
planten
D
plantens

Slide 4 - Quiz

meervoud van tijd?
A
tijdens
B
tijds
C
tijds
D
tijden

Slide 5 - Quiz

wat is het meervoud van boek?
A
boeks
B
boeken
C
boekes
D
boekt

Slide 6 - Quiz

de regel(1):
Meestal komt er: - en achter het woord als je meervoud maakt.
Dat is simpel!
Let wel op de spelling van lange en korte klank - woorden : boom - bomen/ roos - rozen/ bos - bossen/ golf - golven!!!

Slide 7 - Slide

de tweede regel....
weer eerst een paar vragen:

Slide 8 - Slide

meervoud van jongen?

Slide 9 - Open question

meervoud van meisje?

Slide 10 - Open question

meervoud van vinger?

Slide 11 - Open question

meervoud van vakantie?

Slide 12 - Open question

meervoud van tafel?

Slide 13 - Open question

de regel (2):
Na  - je/ - el / -en / -er/ - ie
zet je een S achter het woord om meervoud te maken

Slide 14 - Slide

de derde manier
weet je het nog?

Slide 15 - Slide

meervoud van taxi:
A
taxies
B
taxis
C
taxien
D
taxi's

Slide 16 - Quiz

meervoud van oma?
A
omas
B
omie
C
omaen
D
oma's

Slide 17 - Quiz

meervoud van baby?
A
babies
B
baby's
C
babys
D
balen

Slide 18 - Quiz

regel 3:een -'s komt na:
-a
-o
-u
-i
-y

Slide 19 - Slide

dus eigenlijk na alle klinkers
behalve de -e
want die zit al bij regel 2....

Slide 20 - Slide

meervoud op -s
meervoud op -en
meervoud op 's
lepel
kleur
tekst
bloem
beest
broer
emmer
pasje
pyama
oma
paraplu
hobby
auto
gang

Slide 21 - Drag question

dus?

Slide 22 - Slide

meervoud maak je 
     1) - en achter het woord
2) -s achter het woord
3) 's achter het woord

Slide 23 - Slide

Je bent nu klaar met deze les.


Sluit lesson up af en ga verder met muiswerk of score.

Als je op het onderstreepte woord klikt word je gelijk doorgestuurd naar de inlogpagina.

Slide 24 - Slide