H6 - PV tegenwoordige tijd of voltooid deelwoord

pv-tt, pv-vt en vt dw
Doelen:
-Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op de juiste      manier spellen.
- Ik kan het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.
- Ik kan persoonsvormen en voltooide deelwoorden die hetzelfde klinken, correct spellen 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

pv-tt, pv-vt en vt dw
Doelen:
-Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op de juiste      manier spellen.
- Ik kan het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.
- Ik kan persoonsvormen en voltooide deelwoorden die hetzelfde klinken, correct spellen 

Slide 1 - Slide

persoonsvorm - 
tegenwoordige tijd

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Persoonsvorm 
tegenwoordige tijd

Ik vorm
Ik vorm + T
Meervoud

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Mijn broer ... zijn geld aan games.
A
besteed
B
besteet
C
besteedt

Slide 9 - Quiz

Vul de juiste vorm in van de pv-tt.

De docent (berekenen) ... het antwoord.

Slide 10 - Open question

Vul de juiste vorm in van de pv-tt.

Wie (beantwoorden) ... de volgende vraag?

Slide 11 - Open question

 voltooid deelwoord 

Slide 12 - Slide

VOLTOOID DEELWOORD

Je weet hoe je de persoonsvorm vindt en schrijft. Naast de persoonsvorm kunnen er nog meer werkwoorden in het zin staan, bijvoorbeeld een VOLTOOID DEELWOORD (vd).


Als er een voltooid deelwoord in de zin staat, is de pv meestal een vorm van zijn, hebben of worden.

Slide 13 - Slide

VOLTOOID DEELWOORD

VB: Het vliegtuig is op Schiphol geland. 

pv= is

vd= geland


VB: Robin heeft geen straf gekregen.

pv=heeft

vd=gekregen

Slide 14 - Slide

voltooid deelwoord kort samengevat

Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.


Een voltooid deelwoord eindigt op:

  • -d
  • -t
  • -en

Slide 15 - Slide

voltooid deelwoord kort samengevat

Een een zwak werkwoord eindigt op een -d of een -t.

Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt, dan kun je het langer maken (in de verleden tijd).

  • Ik heb gerend. (want rende)
  • Ik heb gefietst. (want fietste)
  • Ik heb gepakt. (want pakte)


Uiteraard kun je ook 't kofschip gebruiken om te weten hoe je het voltooid deelwoord schrijft.

Slide 16 - Slide

voltooid deelwoord kort samengevat

Een voltooid deelwoord van een sterk werkwoord is makkelijker om te schrijven, maar misschien moeilijker om te onthouden.


  • gelopen
  • geslapen
  • bedrogen

Slide 17 - Slide

De invaldocent heeft over het algemeen goed (lesgeven).

Slide 18 - Open question

Mijn broertje heeft heel lang (geloven) dat spoken bestaan.

Slide 19 - Open question

De broodjes in de kantine zijn altijd dik (beleggen).

Slide 20 - Open question

Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

'Wat gebeurt daar achter in de klas?' vroeg de docent.
_______
A
pv tt
B
vd

Slide 21 - Quiz

Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

Dat is nog nooit gebeurd!
_______
A
pv tt
B
vd

Slide 22 - Quiz

Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

Rob bestelt bij een snackbar een frikandel speciaal.
______
A
pv tt
B
vd

Slide 23 - Quiz