This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Woordvolgorde
Unit 3
Slide 1 - Slide
What are we going to do today?
Les 1:
- Uitleg grammatica woordvolgorde
- Opdracht woordvolgorde
- Online lesson 2 maken
Les 2: Lesson 2 afmaken woordjes leren lesson 2
Slide 2 - Slide
Woordvolgorde
De standaard woordvolgorde in het Engels is:
Wie - doet - wat - waar - wanneer
Theyplay football on the streetat night.
Shewasat schooltoday.
Wehadfunat the party.
Slide 3 - Slide
Woordvolgorde
Belangrijk!
Het belangrijkste om te onthouden is dat plaats voor tijd komt. In het Nederlands doen we dit andersom. Daarom wordt dit vaak fout gedaan door Nederlanders.
Hij was gisterop school He was at schoolyesterday
Slide 4 - Slide
Wat is de correcte woordvolgorde?
A
Wanneer - wat - wie - waar
B
Wie - doet - wat - waar - wanneer
C
Wie - doet - wanneer - waar - wat
D
Wie - doet - wat - wanneer - waar
Slide 5 - Quiz
Zet de zin in de juiste volgorde:
bought – a new – Peter –last month – laptop
Slide 6 - Open question
Zet de zin in de juiste volgorde:
the cinema – they – on – went – Saturday – to
Slide 7 - Open question
Zet de zin in de juiste volgorde:
London – father – lives – his – in
Slide 8 - Open question
Zet de zin in de juiste volgorde:
to school – she – yesterday – didn’t go
Slide 9 - Open question
Zet de zin in de juiste volgorde:
half an hour – will – in – Sara – here – arrive
Slide 10 - Open question
Zet de zin in de juiste volgorde:
the theatre – in front of – we – tonight – are meeting
Slide 11 - Open question
Zet de zin in de juiste volgorde:
in Paris – her niece – lived – last year
Slide 12 - Open question
Zet de zin in de juiste volgorde:
at Kingston’s – Damien – a phone – yesterday – bought
Slide 13 - Open question
Zet de zin in de juiste volgorde:
at seven o’clock – we – outside – will meet – the library
Slide 14 - Open question
Wat is de correcte woordvolgorde?
A
Wanneer - wat - wie - waar
B
Wie - doet - wat - waar - wanneer
C
Wie - doet - wanneer - waar - wat
D
Wie - doet - wat - wanneer - waar
Slide 15 - Quiz
Wat ga je nu doen?
- Ga naar magister --> leermiddelen --> EN All right