09 - Chapitre 3 - H (bezittelijk voornaamwoord)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

bonjour - comment ça va?

avez-vous:

-> vos livres?

-> vos cahiers?

-> vos trousses / stylos?

aujourd'hui nous sommes le jeudi 7 mars 2024

devoirs

apprendre ->het bezittelijk voornaamwoord page 126

faire -> exercices 30, 31abc, 32, 33

revoir -> vocabulaire ABEF page 130/131

              -> phrases-clés C parler de l'école page p 132

qu'est-ce qu'on va faire?

• vous avez des questions?
• révision chapitre 3 vocabulaire + phrases-clés + verbe être
•                            het bezittelijk voornaamwoord
• rétrospection (terugblik) doelen gehaald?

  -> BUT: je kunt het bezittelijk voornaamwoord gebruiken <-

vocabulaire ABEF + phrases-clés CG pages 130-132

écoute la chanson et chante.

Als de zanger stopt met zingen, ga jij wel door met zingen.

Je _____ en cinquième, et toi
tu _____ en quatrième.

Vous __________ le prof de français?

Lucy _________ en quatrième.
Et nous ________ au collège.

Mes amies _________ au restaurant.

l'adjectif possessif

  -> BUT: je kunt het bezittelijk voornaamwoord gebruiken <-

• bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is
• in het Frans hangt de vorm altijd af van het ZELFSTANDIG NAAMWOORD dat volgt

bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is

in het Frans hangt de vorm altijd af van het zelfstandig naamwoord dat volgt

dus, verklaar waarom:

• Claire a un frère -> Paul est son frère
• Claire a une soeur -> Marie est sa soeur
• Paul a un frère -> Jean est son frère
• Paul a deux soeurs -> Claire et Marie sont ses soeurs

exercice 30e page 127

devoirs

apprendre ->het bezittelijk voornaamwoord page 126

faire -> exercices 30, 31abc, 32, 33

revoir -> vocabulaire ABEF page 130/131

              -> phrases-clés C parler de l'école page p 132

check
kan ik het bezittelijk voornaamwoord gebruiken?

1. ja, dat kan ik
2. ik begrijp het niet
3. ja, ik moet nog wel oefenen