Rechten en plichten in de BPV

• LOB
• MBO
• Studiejaar 1

Rechten en plichten in de BPV

Wat weet jij van je rechten en plichten in de BPV?

geraadpleegde bronnen:
'BPV-gids ROC deel Student 2024-25';
'Handboek BPV 2024-2025'

Wat weet jij van je rechten en plichten in de BPV?

Quiz

• met 22 vragen
• waar/niet waar 
• en met toelichting van de docent

Laten we beginnen, let's go!         Succes!!

De docent geeft toelichting op de juiste  antwoorden. Daarmee start de docent het  onderwijsleergesprek met de studenten.   

1. Bpv is vooral bedoeld om te werken.

1. waar
2. niet waar

bpv is vooral bedoeld om te leren. rotklusjes komen voor en kan deel uitmaken van het proces, maar het gaat erom dat je taken krijgt waar je van leert. 

2. Ik mag mijn collega's feedback geven.

1. waar
2. niet waar

3. Als op mijn bpv bedrijfskleding niet verplicht is, draag ik kleding die ik zelf mooi vind.

1. waar
2. niet waar

Toelichting: een stagiaire draagt kleding passend bij het beroep

4. Ik hoef alleen op doordeweekse dagen bpv te lopen.

1. ja
2. nee
3. hangt ervan af

Toelichting: . 

Als stagiair mag je niet zomaar worden ingezet op zaterdag of zondag. Het leerbedrijf heeft zich te houden aan de gemaakte afspraken en de  Arbeidstijdenwet. 

Als er geen aanvullende afspraken gemaakt zijn dan geldt voor de student de normale arbeidstijd.

Maar als het gebruikelijk is dat werknemers op zaterdag werken, dan mag de student ook op zaterdag

worden ingezet.

Voor het werken op zondag zijn in de Arbeidstijdenwet nadere regels opgesteld. Vastgelegd

is dat op zondag niet wordt gewerkt. Alleen als dit vooraf duidelijk afgesproken is of wanneer het uit de aard van de arbeid voortvloeit (bijv. bij Horeca) kan het zijn dat de student wel op zondag moet werken

5. Als ik (jonger dan 18 jaar) op een bpv-dag 4,5 uur werk, mag ik daarna minstens één pauze nemen van 45 minuten.

1. waar
2. niet waar

Toelichting: 30 minuten

voor volwassen is dat na 5 uur. 

6. Mijn leerbedrijf mag mij vragen om een Verklaring Omtrent Gedrag en/of Screening.

1. waar
2. niet waar

Toelichting Als de student in een bedrijf wilt werken waar veiligheid of integriteit (betrouwbaarheid) erg belangrijk is, dan kan de student een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) nodig hebben. Ook kan het bedrijf de student eerst willen screenen (kijken naar wie de student is en wat hij gedaan heeft). Als de student geen VOG kan overleggen of als de uitkomst van de screening negatief is, dan is dat soms een reden om de student niet aan te nemen. In zulke gevallen kan de student geen bpv volgen en dus de opleiding niet afronden. 

7. Als je chronische lichamelijke klachten hebt, kun je geen bpv lopen.

1. waar
2. niet waar

Toelichting: De student dient tijdig met de SLB’er of bpv-docent te overleggen wat hij nodig heeft om de bpv te volbrengen. Dan is er genoeg tijd dat de student het juiste leerbedrijf vindt/krijgt en eventueel noodzakelijke aanpassingen verricht worden.

Een gesprek hierover met de SLB-er of bpv-docent is essentieel voor de slagingskansen. 

8. Als ik op mijn bpv per ongeluk iets kapot maak, moet ik de schade zelf betalen.

1. waar
2. niet waar

9. Een leerbedrijf mag een voorkeur uitspreken voor een stagiaire met veel werkervaring.

1. waar
2. niet waar

10. Als ik de volgende dag geen bpv kan lopen, meld ik mij afwezig bij mijn leerbedrijf en op school.

1. waar
2. niet waar

Toelichting:  

11. Een leerbedrijf mag de voorkeur uitspreken voor een stagiaire met een Westerse achtergrond.

1. waar
2. niet waar

12. Een leerbedrijf mag vragen om een rustige stagiair.

1. ja
2. nee

13. Tijdens mijn bpv heb ik recht op stagevergoeding

1. waar
2. niet waar

nee, behalve als dat in de cao is afgesproken. Wel is er recht op een onkostenvergoeding als er onkosten zijn. 

14. Als ik de begeleiding op mijn bpv niet goed vind, bespreek ik dat met mijn praktijkopleider en/of bpv-docent

1. waar
2. niet waar

15. Mijn leerbedrijf moet mij een werkplek (bureau, stoel, pc) beschikbaar stellen.

1. waar
2. niet waar

toelichting: Een leerbedrijf moet de stagiaire de mogelijkheid bieden op het leerbedrijf aan zijn bpv-opdrachten te werken. 

16. Tijdens mijn bpv word ik alleen op mijn bpv-opdrachten beoordeeld.

1. waar
2. niet waar

17. Mijn leerbedrijf mag mijn telefoonnummer aan hun klanten geven.

1. waar
2. niet waar

18. Als ik een ongepaste grap maak tijdens mijn bpv, moet ik stoppen met mijn bpv.

1. waar
2. niet waar

19. Ik mag thuis alles vertellen wat ik tijdens mijn bpv heb meegemaakt

1. waar
2. niet waar

20. Een leerbedrijf mag vragen om een stagiaire met een korte woon-werkafstand.

1. waar
2. niet waar

21. Stagediscriminatie is onwenselijk maar moet je gewoon accepteren want je kunt er toch niks aan doen.

1. waar
2. niet waar

Toelichting: Discriminatie bij het vinden van een stage of op de stage is onaanvaardbaar en onacceptabel. Als de student stagediscriminatie ervaart, is het belangrijk dat hij dit meldt. Alleen dan wordt het inzichtelijk en kan er iets mee gedaan worden. De student dient zijn bpv-docent op de hoogte te stellen en het zelf binnen het leerbedrijf te bespreken. Lukt het bespreken niet of verandert er niets, dan vraagt de student de docent om hulp. Meld stagediscriminatie altijd bij SBB 

Wat wil jij zeggen of vragen over de bpv?