Les 34

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
1. Schriftelijke overhoring woordenschat. ( 10 minuten)
2. Nieuwe theorie: KERN 33 - werkwoordelijk gezegde.
3. Zelfstandig werken. 

Slide 4 - Slide

SO woordenschat
1. Zet tafels uit elkaar.
2. Noteer je naam op het blaadje.
3. Schrijf netjes.
4. De vragen zie je op het bord staan. Schrijf de antwoorden op je blaadje.  Zet de nummers erbij!

Slide 5 - Slide

KERN 33: werkwoordelijk gezegde


Lesdoel: Je leert deze les het werkwoordelijk gezegde herkennen in een zin.

Slide 6 - Slide

Waaruit bestaat het werkwoordelijk gezegde?

Slide 7 - Mind map

ZINSDELEN

werkwoordelijk gezegde



Alle werkwoorden in een zin die samen iets over het onderwerp zeggen, noem je het werkwoordelijk gezegde (wg).



Slide 8 - Slide

Hoeveel werkwoorden?

Soms is het werkwoordelijk gezegde maar één werkwoord 

(de persoonsvorm), soms zijn het er meer. Bijvoorbeeld:


- Leonie kijkt naar buiten.

- Leonie heeft naar buiten gekeken

- Leonie wil graag naar buiten kijken.


Slide 9 - Slide

Belangrijk



De persoonsvorm is altijd onderdeel van het 
werkwoordelijk gezegde.

werkwoordelijk gezegde =
persoonsvorm + alle andere werkwoorden

Slide 10 - Slide

Opdracht: noteer van de volgende zinnen het werkwoordelijk gezegde.

Slide 11 - Slide

Noteer het WG:

Aan de wand hangen een paar posters.

Slide 12 - Open question

Gjalt stuurt Boris een mailtje.

Slide 13 - Open question

Sam belde mij gisteren nog heel laat op.

Slide 14 - Open question

Uitleg

Het hele werkwoord is: opbellen.
Je moet beide delen noteren in het WG.
Dus: belde op.

Slide 15 - Slide

Ik vergiste me enorm.

Slide 16 - Open question

Uitleg
Goede antwoord is: vergiste me.
Hele werkwoord = zich vergissen.

Dit is een wederkerend werkwoord, dus je noteert beide delen.
(Ik vergiste me, jij vergiste je, hij vergiste zich, ....)

Slide 17 - Slide

Jawad is al de hele avond aan het gamen.

Slide 18 - Open question

Uitleg
Regel: De woordjes 'te' en 'aan het' horen ook bij het WG.

-> Jawad zit te gamen.
WG = zit te gamen. 

Slide 19 - Slide

Opdracht
- Maak vraag 2 op bladzij 70, noteer de antwoorden in je schrift.
- Tijd: 5 minuten.
- Klaar?  Kijk de opdracht na en werk verder aan NUMO.

Geen laptop mee?
Werk aan vraag 4 en 6 van hoofdstuk 33. 

Slide 20 - Slide

Antwoorden

Slide 21 - Slide

PLENDA
Vandaag om 16u controleer ik NUMO. (45 minuten werk je hier aan!)

Slide 22 - Slide