27 oktober

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
  • Leg je mobiel in de kluis. 
  • Ga zitten op je plaats.
  • Tijdens het kijken naar het journaal mag je wat eten en drinken. 

1 / 44
next
Slide 1: Slide
DagplanningVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
  • Leg je mobiel in de kluis. 
  • Ga zitten op je plaats.
  • Tijdens het kijken naar het journaal mag je wat eten en drinken. 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Dagplanning
  • Pak je Chromebook uit de kast.
  • Opstarten LessonUp of Studiemeter 

Slide 4 - Slide

1e lesuur: Nederlands

Slide 5 - Slide

Het voltooid deelwoord
In deze les leer je wat en voltooid deelwoord is en hoe je deze kunt herkennen in een zin. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Welk woord is niet goed gespeld? Wat is wel de juiste spelling?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Link

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 10 - Slide

2e lesuur: Wiskunde/Rekenen

Slide 11 - Slide

4.3 afronden
Je leert afronden op een veelvoud van 5 cent.
Je leert zinvol afronden

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Laura, Sascha en Ron hebben auto's gewassen.
Samen hebben ze 43 euro verdiend.
Bij een eerlijke verdeling krijgt ieder...euro?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Een vriendengroep gaat roeiboten huren. In elke roeiboot passen 5 personen
Als de groep bestaat uit 17 vrienden, dan moeten ze .......
roeiboten huren.

Slide 16 - Open question

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 17 - Slide

Pauze
timer
15:00

Slide 18 - Slide

Werk afmaken
timer
15:00

Slide 19 - Slide

3e lesuur: Engels

Slide 20 - Slide

Writing and Grammar
Lesdoel:  A1 I can use future tenses and prepositions in a sentence. 


 

Slide 21 - Slide

Voorzetsels van tijd en van plaats gebruiken in het Engels
* Voorzetsels van tijd (prepositions of time) zeggen iets over wanneer iets gebeurt. ( in, on,at )
* Voorzetsels van plaats ( prepositions of place) zeggen iets over waar het gebeurt.( in , on , at) 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Maken oefening 29 A klassikaal. 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

Grammatica deel 2 
Future tense: de toekomende tijd. 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

maken klassikaal opdracht 30b. 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 30 - Slide

4e lesuur: Maatschappijleer/Burgerschap.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 38 - Slide

Pauze
timer
20:00

Slide 39 - Slide

5e lesuur: Project

Slide 40 - Slide

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 41 - Slide

6e lesuur: Werk afmaken

Slide 42 - Slide

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 43 - Slide

Afsluiting

Slide 44 - Slide