T4 GL chapitre 1E (leesvv) + F (phrases clés et parler)

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Bienvenue!

à la classe de français

Mettez-vous en groupes

1 Chris Albers

2 Jasmijn Beekhof

3 Sytske Bluemink

4 Thessa Bos

5 Gijs Bruins

6 Linda van Buiten

7 Marlieke Doornwaard

8 Benthe van Eijk

9 Joris Groenwold

10 Heleen Harink

11 Marcus Horsting

12 Lucia Huisman

13 Mette van Ingen

14 Alisa Kasemier

15 Naomi Kleijer

16 Floor van der Kolk

17 Manoah Meijer

18 Floris Nijhuis

19 Bram van de Riet

20 Mike van Rijnsoever

21 Silvan van der Steege

22 Larissa Troost

23 Iris Visscher

24 Levi Würsten

25 Merlin Zielman

Chris

Benthe

Jasmijn

Linda

Heleen

Marcus

Lucia

Mette

Naomi

Floore

Manoah

Joanne

Bram

Silvan

Larissa

Sander

Iris

Jet

Levi

Merlin

Est-ce que ton portable est dans l'hôtel de portables?

T4fa1

Wat vind jij '(cyber)pesten'?

pesten = moord ... eens?

hersenonderzoek: bij schelden zelfde hersendeel actief als bij lichamelijke pijn

Wat zegt de Here Jezus hier over pesten?

Frans in T4

• binnenkomst: mobiel, tas, opgeladen chrome-/winbook
• tijdens de les: 'silence en 5 secondes: 5-4-3-2-1-zero'
• afronding van de les: 

              1. werk tot 5-4-3-2-1-0

              2. evaluatie lesdoel

              3. spullen inpakken

Vandaag nog aanschaffen en na de mondelingen íedere les meenemen

français

néerlandais

Bienvenue

Quel jour on est aujourd'hui?

Quelle est la date d'aujourd'hui?

Quelle heure est-il?

objectifs du cours

leesvaardigheid: ik kan reisinformatie vinden in Franse teksten over activiteiten

vocabulaire: ik kan woorden die te maken hebben met reizen vertalen en gebruiken (NF en FN)

welke drie activiteiten kun hier je doen?

(gebruik papieren woordenboek toegestaan)

La compétition entre les groupes

LIRE

gebruik indien nodig www.mijnwoordenboek.nl 

Saint-Denis:
Welke drie activiteiten kun je hier doen?

Welke dingen kun je hier kopen/ doen?

Welke dingen kun je hier kopen/ doen?

1. allerlei merken mode, eten en restaurantartikelen
2. mode, parfums en bouwmaterialen voor het huis
3. kantoorartikelen, prachtig uitzicht vanaf het dak
4. uitzicht, mode, spullen voor in huis, schoonheidsproducten

Wat moet je doen als je voor deze activiteit in Parijs kiest?

Wat moet je doen als je voor deze activiteit in Parijs kiest?

Hoe kom je op deze prachtige plek om te suppen?

Hoe kom je op deze prachtige plek om te suppen?

1. met de trein (6 stations)
2. met de snelmetro (6 stations)
3. met de metro (6 stations)
4. met de tram (6 stations)

objectifs du cours

leesvaardigheid: ik kan reisinformatie vinden in Franse teksten over activiteiten

vocabulaire: ik kan woorden die te maken hebben met reizen vertalen en gebruiken (NF en FN)

Au travail

Eerst zelfstandig:

• Faire: GL chapitre 1E: exercices 18a, 19abcde, 20
• Apprendre: GL chapitre 1ABCDE (slim stampen) 

Iedereen klaar van de groep?

• Faire: GL chapitre 1E: exercice 19f, 21ab

Tip:

• schrijf alles wat jullie afspreken direct op (bijv in het boek of een gezamenlijk document)
• doe alles in het Frans
• gebruik de tips van opdracht 7b en d

interrogation voca 'eten/drinken'

ik kan woorden die te maken hebben met relaties correct vertalen (FN)

objectifs du cours

vocabulaire: ik kan Franse zinnen bedenken die ik nodig kan hebben tijdens een reis

vocabulaire: ik kan woorden die te maken hebben met reizen vertalen en gebruiken (NF en FN)

La compétition entre les groupes

Waar hoor je dit gesprek?

Schrijf je antwoord op een papier (groot)

Steek na aftellen je antwoord in de lucht

GL1F ex22a

Dans la rue

Je vraagt de weg, maar de Fransman praat te snel, je snapt er niets van. Wat kun je zeggen?

Je snapt niet wat de man zegt. Wat kun je zeggen?

À la boulangerie

Bestel 2 croissants en een stokbrood (gebruik een hele zin!)

2 croissants, 1 stokbrood
(bestel in een hele zin)

dans un magasin de vêtements

Het T-shirt dat je wil kopen kost €15, maar bij de kassa staat €20. Wat zeg je?

T-shirt kost €15, maar bij de kassa €20. Wat zeg je?

à la pharmacie

Je hebt hoofdpijn en wil parace-tamol kopen. Je kent het woord niet. Wat kun je zeggen?

Je hebt hoofdpijn, maar kent het woord voor paracetamol niet in het Frans. Wat kun je zeggen?

à l'hôtel

Je checkt in, de baliemedewerker stelt allerlei vragen, maar praat veel te snel!

Wat zeg je als de baliemedewerker onverstaanbaar snel praat?

Au travail

• Maak voor in jullie excursieboekje een taalgids met minimaal 25 zinnen (NF) die leerlingen wellicht nodig hebben in jullie Franstalige land.

• Bedenk zelf nuttige onderwerpen (welke problemen kunnen leerlingen tegenkomen?

• Gebruik thema's (bijv. restaurant/ weg vragen/ enz)

objectifs du cours

vocabulaire: ik kan Franse zinnen bedenken die ik nodig kan hebben tijdens een reis

vocabulaire: ik kan woorden die te maken hebben met reizen vertalen en gebruiken (NF en FN)

Au revoir tout le monde

et à bientôt!