AF 5 Urinewegstelsel 3

M1W1
3
urinewegstelsel
TM module 5
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AFPMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

M1W1
3
urinewegstelsel
TM module 5

Slide 1 - Slide

A.M5H1
urinewegstelsel
LEERDOELEN...
  • Je benoemt de bouw en functie van de urinewegen
  • Je noemt de samenstelling van urine
  • Je noemt hoe het legen van de blaas gaat










Slide 2 - Slide

3
urinewegen

Slide 3 - Slide

de urinewegen starten gaan van nierbekken tot aan urinebuis...
  • de wand maakt veel slijm
  • urine kan niet kan inbijten
  • bacteriën kunnen niet hechten
3
urinewegen

Slide 4 - Slide

3.1
urineleiders

Slide 5 - Slide

de urineleider (ureter) is een gespierd buisje dat urine leidt van het bekken naar de blaas...
  • peristaltiek 
  • slijmvlies(1), dubbele spierlaag (2) en vlies (3)
3.1
urineleiders
2
1
3

Slide 6 - Slide

de urineleider loopt schuin de blaas in...
  • bij gevulde blaas wordt de urineleider dichtgedrukt
  • dit voorkomt terugstroom richting de nier
3.1
urineleiders

Slide 7 - Slide

3.2
urineblaas

Slide 8 - Slide

de urineblaas (vesica urinaria) is een opslagplaats voor urine...
  • het ligt in het kleine bekken, achter het schaambeen
3.2
urineblaas

Slide 9 - Slide

de blaas heeft op de bodem (blaasdriehoek) druk gevoelige cellen...
  • hoe meer druk (urine),  hoe sterker deze cellen prikkels geven om de blaas te legen
3.2
urineblaas

Slide 10 - Slide

de blaaswand bestaat uit...
  • slijmvlies
  • dubbele spierlaag (de blaasspier)
  • beschermend vlies
3.2
urineblaas
slijmvlies
blaasspier
vlies

Slide 11 - Slide

er zijn twee kringspieren die het plassen regelen...
  1. in de blaas: een onwillekeurige kringspier
  2. in de bekkenbodem: een willekeurige kringspier
3.2
urineblaas
kringspier in de blaas
1
kringspier in de bekkenbodem
2

Slide 12 - Slide

de blaas werkt als volgt...
  • leeg > 1 dicht, 2 open
  • bij vulling (aandrang) > 1 open, 2 gaat dicht (bekkenbodem wordt aangespannen)
3.2
urineblaas
1
1
2
2
lege blaas
gevulde blaas
(aandrang)

Slide 13 - Slide

de blaas werkt als volgt...
  • is de blaas echt vol, dan gaat ook (via het brein) 2 open en kan urine het lichaam verlaten
3.2
urineblaas
2

Slide 14 - Slide

3.3
urinebuis

Slide 15 - Slide

  • de urinebuis (urethra) is bij vrouwen korter dan bij mannen
  • bestaat uit slijmvlies (1), twee spierlagen (2) en een vlies (3)
3.3
urinebuis
2
1
3

Slide 16 - Slide

bij de man ligt onder de blaas nog de prostaat...
  • dit orgaantje heeft een aandeel bij de voortplanting (het maakt hulpstoffen voor het sperma)
3.3
urinebuis

Slide 17 - Slide

3.4
samenstelling van de urine

Slide 18 - Slide

Bestanddelen die normaal in urine zitten...
  • water (95%)
  • zouten, zoals NaCl
  • afvalstoffen uit de eiwit stofwisseling
  • te veel aan vitaminen en andere overtollige stoffen
3.4
samenstelling van de urine

Slide 19 - Slide

nierlichaampje
nierkanaaltje
nierbekken
bloed
definitieve urine
filteren
terugresorptie

Slide 20 - Drag question

nierlichaam
nierkanaal
filtratie
vaatkluwen
niermerg
terugresorptie
urine
bloed

Slide 21 - Drag question

kapsel
bloedvaatje
rode bloedcel
witte bloedcel
eiwitten
aminozuren
water
glucose
vitamine C

Slide 22 - Drag question

prerenaal
intrarenaal
postrenaal
suikerziekte
blaasontsteking
nierstenen
nierfalen
hartinfarct

Slide 23 - Drag question