This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Oefenen voor
de toets
Slide 1 - Slide
Welk beeld wordt in de Bijbel verschillende malen gebruikt voor de relatie tussen de Heere en Zijn volk?
A
Vriendschap van twee mensen; bijvoorbeeld David en Jonathan
B
Huwelijk tussen man en vrouw; bijvoorbeeld Salomo en Sulammith.
C
Verbond tussen koning en volk; bijvoorbeeld David en Israël.
D
Verdrag tussen twee volken; bijvoorbeeld Juda en Israël.
Slide 2 - Quiz
Welke van de onderstaande vier zinnen omschrijft het woord ‘afgoderij’ het beste?
A
Afgoderij is het onteren van God door niet naar Hem te luisteren.
B
Afgoderij is het verloochenen van God door je eigen zin te doen.
C
Afgoderij is het vereren van beelden, waardoor je hun vertrouwen wint.
D
Afgoderij is het opzijzetten van God door op iets of iemand anders je vertrouwen te zetten.
Slide 3 - Quiz
De Sabbat heeft twee ‘doelen’: Welke zijn dat?
A
Rusten en heiligen
B
Heiligen en uitrusten.
C
Vieren en uitrusten
D
Vieren en gedenken
Slide 4 - Quiz
In het huwelijk staan twee kernwoorden centraal: Welke zijn dat?
A
Trouw en respect
B
Liefde en trouw
C
Respect en liefde.
D
Liefde en kinderzegen.
Slide 5 - Quiz
We kennen verschillende gezagsverhoudingen; hieronder staan er enkele. Maar welke hoort er NIET
bij?
A
Ouder – kind
B
Docent – student
C
Winkelier – klant
D
Politieagent – burger
Slide 6 - Quiz
Het zevende gebod…
A
geldt alleen getrouwden
B
verbiedt alleen scheiden
C
verbiedt behalve scheiden ook overspel
D
verbiedt hertrouwen na scheiding
Slide 7 - Quiz
Wat is het verband tussen het eerste en het tiende gebod? Wat is het beste antwoord?
A
Het eerste gebod zegt dat God onze diepste begeerte moet zijn; het tiende dat we niet iets van
onze naaste mogen begeren
B
Er is geen verband tussen het eerste en laatste gebod.
C
Het eerste en het tiende gebod grijpen op elkaar in en daarmee zijn alle andere geboden
omvat.
D
Het eerste en tiende gebod zijn als een ring rondom de andere geboden.
Slide 8 - Quiz
Wat is de betekenis van de naam JHWH?
A
Elohim
B
Koning
C
Ik zal zijn Die Ik Zijn zal
D
Genadige
Slide 9 - Quiz
Welke uitspraak over het 9e gebod is NIET juist?
A
De achtergrond van het 9e
gebod ligt in de rechtspraak. Je mag niet als vals getuige optreden
tegen je naaste.
B
Om iemand te kunnen veroordelen waren er in het Oude Testament twee of drie getuigen
nodig die eenzelfde getuigenis tegen iemand aflegden.
C
Als iemand vals getuigde, kreeg hij de doodstraf
D
De duivel wordt de vader der leugen genoemd.
Slide 10 - Quiz
Welke activiteit is GEEN zonde tegen het achtste gebod?
A
Zwart werken
B
Onnodig uitkering trekken
C
De kerk je geld laten erven.
D
Al je geld voor jezelf besteden
Slide 11 - Quiz
Welke uitspraak over het 5e gebod is juist?
A
Wie ouders gehoorzaamt, heeft aan het 5e
gebod voldaan.
B
Wie zijn ouders eert, zal door God gezegend worden
C
Wie 5e
gebod niet houdt, sterft jonger dan iemand die dit Gebod houdt. Er staat immers:
“opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat u de HEERE geeft”
D
De Heere Jezus had weinig op met het 5e
gebod, want Hij zei: wie vader of moeder liefheeft
boven Mij, is Mijns niet waardig
Slide 12 - Quiz
Wie wordt er in de Bijbel de vader van de leugen genoemd?
A
Adam
B
Eva
C
De duivel
D
Kaïn
Slide 13 - Quiz
De Tien Geboden worden twee keer voluit in de Bijbel weergegeven.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Op seksuele gemeenschap vóór het huwelijk stond in Israël de doodstraf
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
In het licht van het 9e gebod moeten we kritisch omgaan met de media
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quiz
Het gaat bij het 10e gebod om de gezindheid van ons hart
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quiz
Het gouden kalf is een duidelijk voorbeeld van de zonde tegen het 1e gebod
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quiz
In het Oude Testament stond de doodstraf op de overtreding van het 3e en ook het 4e gebod.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quiz
De kern van de Tien Geboden wordt het beste weergegeven met het woordje…
A
Geloof
B
Hoop
C
Gehoorzaamheid
D
Liefde
Slide 20 - Quiz
De wet heeft 4 functies. Welke functie is op het verhaal van Zacheüs van toepassing?
A
De maatschappelijke functie
B
De overtuigende functie
C
De normatieve functie
D
De uitdrijvende functie
Slide 21 - Quiz
Wat is het verschil tussen het Eerste en Tweede Gebod? (Lees goed en denk goed na!)
A
Het Eerste Gebod verbiedt afgoden, het Tweede Gebod verbiedt het maken van
afgodsbeelden.
B
Het Eerste Gebod wijst naar de ware Gods-dienst, het Tweede Gebod naar de ware
God
C
Het Eerste Gebod verbiedt afgoden, het Tweede Gebod verbiedt het maken van
beelden van God.
D
Het Eerste Gebod zegt hoe we God moeten dienen, het Tweede Gebod zegt Wie we
moeten dienen.
Slide 22 - Quiz
Welke woorden laten het meest duidelijk zien wat de tweeërlei bedoeling van Gods dag is?
A
Rusten en kerkgang
B
Rusten en heiligen
C
Vieren en wijden
D
Vieren en slapen
Slide 23 - Quiz
Twee tekenen van het verbond die de Heere het oude Israël gaf, zijn:
A
De Heilige Doop en het Heilig Avondmaal
B
De besnijdenis en de sabbat
C
Het manna en de sabbat
D
Het manna en de besnijdenis
Slide 24 - Quiz
Welke uitspraak over het Negende Gebod is NIET juist?
A
De achtergrond van het Negende Gebod ligt in de rechtspraak. Je mag niet als vals
getuige optreden tegen je naaste.
B
Om iemand te kunnen veroordelen waren er in het Oude Testament twee of drie
getuigen nodig die eenzelfde getuigenis tegen iemandaflegden.
C
Als iemand vals getuigde, kreeg hij de doodstraf
D
De duivel wordt de vader der leugen genoemd.
Slide 25 - Quiz
Wat is een zonde tegen het Tiende Gebod?
A
Dezelfde camera willen hebben als je klasgenoot
B
Verlangen naar een vriend(in) als je nog vrijgezel bent.
C
Jaloezie op een vriend omdat hij beter kan leren.
D
Het begeren van een “Paulusbekering”.
Slide 26 - Quiz
In Zijn Namen openbaart God iets van Zijn Wezen en dus ook Wie Hij wil zijn voor ons mensen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quiz
De zondag was na de opstanding van Christus niet direct rustdag.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quiz
Het zesde gebod verbiedt de doodstraf.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 29 - Quiz
Toets-tips:
- Lees de reader een keer goed door met de zelfstudievragen erbij.
- Je krijgt 8 Open vragen over de theorie. Daar krijg je 2 punten voor.