Nederlands

Nederlands
Grammatica - deel 1
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Nederlands
Grammatica - deel 1

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Mind map

Lesdoelen
Aan het einde van deze les....


  • Kun je stappenplan aanhouden met zinontleding
  • Kun je verschillende grammatica ontleden

Slide 3 - Slide

Overleg in duo's
  1. Op welke plaats in een zin vind het onderwerp meestal?
  2. Kan een werkwoordelijk gezegde alleen uit een persoonsvorm bestaan. Leg je antwoord uit?
  3. Hoe vind jij de persoonsvorm?

Slide 4 - Slide

Voorbeeldzin

Donald heeft Joanne gisteren in de stad gezien.

Onderwerp: ______________________
Persoonsvorm: ___________________
Werkwoordelijk gezegde:________________

Slide 5 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (bnw)
De bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Vaak staat dit voor of achter het zelfstandig naamwoord.

Voorbeeld:
1. Het jonge meisje eet een glanzende appel.

Slide 6 - Slide

Overleg in duo's
  1. Op welke plaats in een zin vind het onderwerp meestal?
  2. Kan een werkwoordelijk gezegde alleen uit een persoonsvorm bestaan. Leg je antwoord uit?
  3. Hoe vind jij de persoonsvorm?

Slide 7 - Slide

Zelfstandignaamwoord
  • De naam van een plant, dier, dingen, mensen of namen.
  • Kan je 'de', 'het' en 'een' voor zetten.
  • Kan je meestal in meervoud zetten.

Voorbeeld:
1. Waar loopt de oude man met zijn honden?

Slide 8 - Slide



Wat: Opdracht 'Schrijven'
Hoe: Zelfstandig 
Tijd: 15 minuten
Hulp: Steek je hand op
Klaar: Opdracht 6






 

timer
15:00

Slide 9 - Slide

Indeling 

Slide 10 - Slide