Systeembord

Systeemborden
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Systeemborden

Slide 1 - Slide

Opbouw van automatische systemen
Wat is een automatisch systeem?

Definitie: Een systeem dat naar aanleiding 
van een signaal (impuls) geheel zelfstandig, 
zonder tussenkomst van buiten het systeem, 
handelingen verricht.

Slide 2 - Slide

Blokschema
Een automatisch systeem heeft altijd een bepaalde structuur in een blokschema:




Invoer: hier wordt gemeten / waargenomen
- Thermostaat: temperatuur wordt gemeten
Verwerking: hier wordt "nagedacht" / data verwerkt
- Thermostaat: vergelijking temperatuur met ingestelde waarde
Uitvoer: hier wordt een actie ondernomen / iets gedaan
- Thermostaat: CV-ketel inschakelen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Voorbeelden van Invoer
.
 
Voorbeelden:
Sensoren, keyboard, muis, touchscreen, schakelaar

Slide 5 - Slide

Voorbeelden van verwerking
.

Voorbeelden:
Moederbord, verwerkingsbord, chip

Slide 6 - Slide

Voorbeelden van uitvoer
.

Voorbeelden:
Zoemer, lampjes / ledjes, brandalarm, beeldscherm, speakers, airpods

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

EN-poort
De EN-poort heeft twee ingangen. Op elke ingang
kan een HOOG ( 1 ) of LAAG ( 0 ) signaal staan. Op
de uitgang kan ook een HOOG ( 1 ) of LAAG ( 0 )
signaal komen. 

De combinatie van signalen 
bij de ingangen geeft aan wat 
de uitgang zal zijn. In de 
volgende waarheidstabel
hiernaast zijn A en B ingangen, 
en is C een uitgang.

Je ziet dat C alleen een HOOG signaal geeft wanneer A EN B HOOG zijn. Vandaar heet het dan ook een EN-poort... (duh)






Slide 11 - Slide

OF-poort
De OF-poort heeft twee ingangen. Op elke ingang
kan een HOOG ( 1 ) of LAAG ( 0 ) signaal staan. Op
de uitgang kan ook een HOOG ( 1 ) of LAAG ( 0 )
signaal komen. 

De combinatie van signalen
bij de ingangen geeft aan wat
de uitgang zal zijn. I
n de
volgende waarheidstabel
hiernaast zijn A en B ingangen,
en is C een uitgang.

Je ziet dat C alleen een HOOG signaal geeft wanneer A OF B HOOG zijn, of wanneer A EN B HOOG zijn. Vandaar heet het dan ook een OF-poort... (duh)





Slide 12 - Slide

Geheugencel
De geheugencel is een verwerkingselement dat
twee ingangen heeft, de SET en RESET. 

Wanneer je een HOOG ( 1 ) signaal op de SET zet, zal
de uitgang van de geheugencel langdurig een
HOOG ( 1 ) signaal blijven afgeven. 

Om dit langdurige uitgangssignaal uit te schakelen,
zet je een HOOG ( 1 ) signaal op RESET. Nu zal de
uitgang weer op LAAG ( 0 ) staan. 

Wanneer SET en RESET beide tegelijkertijd een
HOOG ( 1 ) signaal krijgen, wint de SET altijd.

Slide 13 - Slide

Invertor
De invertor heeft één ingang. Op de ingang kan een HOOG ( 1 ) of LAAG ( 0 ) signaal staan. Op de uitgang kan ook een HOOG ( 1 ) of LAAG ( 0 ) signaal komen.

In de volgende waarheidstabel
hiernaast is A een ingang, en B 
is een uitgang.

Je ziet dat B alleen een HOOG signaal geeft wanneer  A LAAG is, en B alleen een LAAG signaal geeft wanneer A HOOG is. De invertor draait in feite het signaal om.





Slide 14 - Slide

Systeembord





Verwerkingselementen

De pulsenteller bestaat uit verschillende onderdelen:
De "tel pulsen" wordt altijd aan een pulsgenerator gekoppeld. Op het LCD schermpje zie je de pulse geteld worden in het ingestelde tempo van de pulsgenerator.

De "tellen aan/uit" staat altijd AAN als er geen draad aan gekoppeld is. Is er wel een draad aan gekoppeld, dan begint de pulsenteller met tellen als er een HOOG signaal op staat. Met een LAAG signaal wordt het tellen weer uitgeschakeld.


Slide 15 - Slide