This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
34.1 en 34.2
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
5. De Current Ratio van een onderneming is 3,2. Op dat moment doet de onderneming een aandelenemissie. De aandeelhouders betalen per bank. De Current Ratio zal ...
A
dalen
B
gelijkblijven
C
stijgen
Slide 9 - Quiz
Wat zegt de current ratio over een bedrijf?
A
Iets over de liquiditeit
B
Iets over de solvabiliteit
C
Iets over de activa
D
Iets over de passiva
Slide 10 - Quiz
wat is het verschil tussen current ratio en quick ratio?
A
quick ratio gaat over langlopende schulden
B
je houdt geen rekening met liquide middelen bij quick ratio
C
je houdt geen rekening met voorraaden bij quick ratio
D
er is geen verschil
Slide 11 - Quiz
De current ratio bereken je door
A
Vlottende activa + liquide middelen / schulden op korte termijn
B
Vlottende activa - goederen / schulden op korte termijn
C
Vlottende activa - liquide middelen / schulden op korte termijn
D
Vlottende activa + voorraad / schulden op korte termijn
Slide 12 - Quiz
Wat is de norm voor een current ratio?
A
1
B
2
C
0.5
D
1.5
Slide 13 - Quiz
Wat geeft een current ratio van 1,0 aan?
A
De organisatie kan alle schulden terugbetalen
B
De organisatie kan niet alle rekeningen betalen
C
De organisatie kan alle schulden terugbetalen
D
De organisatie is liquide
Slide 14 - Quiz
Bij een current ratio van meer dan 1 betekent dit dat:
A
de ondernemer veel liquide middelen heeft;
B
de ondernemer in staat is om vreemd vermogen lang af te lossen;
C
de ondernemer geen liquiditeitsproblemen heeft;
D
de ondernemer risico loopt.
Slide 15 - Quiz
De quick ratio is tenminste
A
> 0
B
> 0,5
C
> 1,0
D
> 1,5
Slide 16 - Quiz
Wat is het verschil tussen current ratio en quick ratio?
A
Quick ratio is het zelfde maar + voorraad
B
Current ratio wordt vaker gebruikt
C
Quick ratio is het zelfde maar - voorraad
D
Current ratio is het zelfde maar + vaste activa
Slide 17 - Quiz
De directie van Veerman bv vindt de quick ratio van de onderneming doorgaans niet voldoende. Hoe kan de quick ratio worden verbeterd?
A
kredietduur crediteuren vergroten
B
kredietduur crediteuren verkleinen
C
opslagduur voorraden vergroten
D
opslagduur voorraden verkleinen
Slide 18 - Quiz
Quick ratio...
A
CA - voorraden - Geldbeleggingen
B
CA + vorderingen > 1 jaar
C
CA - OR
D
CA - voorraden - OR
Slide 19 - Quiz
Wat geven de current en quick ratio aan?
A
Of wij in de komende kwartalen onze schulden kunnen betalen
B
In hoeverre wij in staat zijn om de rekeningen te betalen.