H5 1hv Uitleg bijvoeglijk naamwoord

Bonjour
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui, on va faire:
- Uitleg over het bijvoeglijk naamwoord
- Samen oefenen

Slide 2 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
Doel: 
- Je kunt het bijvoeglijk naamwoord (l'adjectif) actief gebruiken in het Frans
- Je weet de wat de plaats is van het bijvoeglijk naamwoord en je kent de vormen

Slide 3 - Slide

Voor we naar het Frans gaan..
Wat is een bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands?

Slide 4 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een...
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijwoord
D
voorzetsel

Slide 5 - Quiz

Welke van onderstaande woorden zijn bijvoeglijk naamwoorden? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
lief
B
auto
C
spelen
D
Duitse

Slide 6 - Quiz

1. De vorm van het bijv.nw
Wat valt je op aan het Nederlandse bijvoeglijk naamwoord?
De jongen is groot
Het meisje is groot
De jongens zijn groot
De meisjes zijn groot

Slide 7 - Slide

Wat valt je op aan de Franse vorm?

Le garçon est grand
La fille est grande
Les garçons sont grands
Les filles sont grandes

Slide 8 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
Vormt zich naar het zelfstandig naamwoord. 
De standaard regel: 

Mannelijk enkelvoud:                                     grand
Vrouwelijk enkelvoud:    + e                               grande
Mannelijk meervoud:      + s                               grands
Vrouwelijk meervoud:  + es                             grandes

Slide 9 - Slide

Vul de juiste vorm in:
la _________________ maison
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 10 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
les amis _____________________
A
américain
B
américaine
C
américains
D
américaines

Slide 11 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
une personne __________________
A
élégant
B
élégante
C
élégants
D
élégantes

Slide 12 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
la mer ___________________ (bleu)

Slide 13 - Open question

Vul de juiste vorm in:
les filles _______________ (charmant)

Slide 14 - Open question

Let op!
er zijn twee regels waar je op moet letten.

Slide 15 - Slide

Regel 1:
Eindigt het woord al op een e of een s? Dan verdubbel je die NIET in het Frans. 

Un garçon est timide / une fille est timdee
Un élephant gris / deux éléphants griss

Slide 16 - Slide

Regel 2:

Slide 17 - Slide

Vul de juiste vorm in:
la ______________ grand-mère
A
vieux
B
vieille
C
veielle
D
vieilles

Slide 18 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
Mon _________________ copain
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles

Slide 19 - Quiz

Vertaal:
J'ai deux (mooie) _________ sœurs.

Slide 20 - Open question

Vertaal:
La voiture est très (oud) _____________

Slide 21 - Open question