Bijvoegelijke bepaling

Bijvoeglijke bepaling
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bijvoeglijke bepaling

Slide 1 - Slide

bijvoeglijke bepaling
- Je weet wat een bijvoeglijke bepaling is;
- Je kunt de bijvoeglijke bepalingen uit de zin halen.

Slide 2 - Slide

De bijvoeglijke bepaling
  • De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een deel van een andere zinsdeel.
  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
  •  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.
  • Verwar een bijvoeglijke bepaling niet met een bijwoordelijke bepaling!


Slide 3 - Slide

Wat voor zinsdeel is mooie in 'Hij heeft een mooie fiets'? 
'

Mooie is hier een bijvoeglijke bepaling bij fiets. Mooie maakt in deze zin deel uit van het zinsdeel 'een mooie fiets'.

Slide 4 - Slide

Zo is in de zin ‘Mijn sportieve buurvrouw heeft een mooie fiets’ mijn sportieve buurvrouw het onderwerp en een mooie fiets het lijdend voorwerp. Binnen deze voorwerpen zijn mijn en sportieve bijvoeglijke bepalingen bij buurvrouw en is mooie een bijvoeglijke bepaling bij fiets.

Slide 5 - Slide

Voorbeelden
De hele zaal was ontroerd door de prachtige uitvoering.
hele (zaal) en prachtige (uitvoering)

Ze dronk drie glazen Italiaanse wijn.  
drie glazen (Italiaanse wijn) drie (glazen)  Italiaanse (wijn).

Hij heeft een mooie, nieuwe fiets. 
mooie en nieuwe zijn bijvoeglijke bepalingen bij fiets

Slide 6 - Slide

bijv. b.
Een bijvoeglijke bepaling is een bepaling die meer informatie geeft over een zelfstandig naamwoord (zoals fiets). Bijvoeglijke bepalingen zijn nooit een zelfstandig zinsdeel, maar maken altijd deel uit van een ander zinsdeel, zoals het onderwerp of lijdend voorwerp. 

Slide 7 - Slide

Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over
A
een werkwoord
B
de hele zin
C
een zelfstandig naamwoord
D
een bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Quiz

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
De barceque van de buren ......................
A
De barbecue
B
barbecue
C
van de buren
D
buren

Slide 9 - Quiz

17. De bijvoeglijke bepaling...
A
is geen apart zinsdeel
B
maakt deel uit van een ander zinsdeel
C
zegt iets over een znw
D
is altijd een bijv.nw

Slide 10 - Quiz