T9B6 - Ontkieming, groei en ontwikkeling

Ontkieming, groei en ontwikkeling
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Ontkieming, groei en ontwikkeling

Slide 1 - Slide

Lesverloop
  1.  Huiswerk bespreken
  2. Terugblik: quizvragen 1.5
  3. Leerdoelen en Uitleg 1.6
  4. Maken opdrachten 1.6 
    Klaar? Nakijken

Slide 2 - Slide

Vorige keer

  1. Bouw van een bloem
  2. bestuiving, verschil tussen windbloemen en insectenbloemen
  3. bevruchting
  4. verspreiding van zaden d.mv. dieren, wind en plant zelf

Slide 3 - Slide

Dit (een zaad) is het begin van de levenscyclus van een plant
Verspreiding van vruchten en zaden

Slide 4 - Slide

De bloem maakt nectar
A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 5 - Quiz

Een tulp is een windbloem.

A
Waar
B
Nietwaar

Slide 6 - Quiz

Als een bloem weinig stuifmeel maakt is het een:
A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 7 - Quiz

Als meeldraden groot en veervormig zijn is het een:

A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 8 - Quiz

Wat zie je hier?
Een...
A
Windbloem
B
Insectenbloem
C
Beide

Slide 9 - Quiz

wat heeft een windbloem niet?
A
kelkbladeren
B
grote stamper
C
stuifmeel korrel die ruw is
D
veel stuifmeel

Slide 10 - Quiz

Wat is een kenmerk van een windbloem?
A
weinig stuifmeel
B
grote stempel en meeldraden buiten de bloem
C
gekleurde kroonbladeren
D
stamper en meeldraden in de bloem

Slide 11 - Quiz

De grote bladeren
(nr. 3) zijn
kelkbladeren.
Wat is juist?
A
Dit is een insectenbloem
B
Dit is een windbloem
C
Dit is een schimmelbloem
D
Dit is geen bloem

Slide 12 - Quiz

Is de paardenbloem een insektenbloem of een windbloem?

A
Het is een windbloem
B
het is een insektenbloem

Slide 13 - Quiz

Hieronder zie je voorbeelden van verschillende zaden. Sleep de zaden naar de juiste manier van verspreiden.
Verspreiding door dieren
Verspreiding door de wind
Verspreiding door de plant zelf

Slide 14 - Drag question

Leerdoelen 9.7 
9.6.1 Je kunt de ontwikkeling van een zaad en de verdere groei en ontwikkeling van kiemplanten beschrijven.
9.6.2 Je kunt uitleggen hoe een plant de winter overleeft en hiervan voorbeelden geven.

Slide 15 - Slide

1.7 Ontkieming, groei en ontwikkeling

Slide 16 - Slide

Zaadje
- kiem (wortel, stengeltje, 2 blaadjes)
- zaadhuid
- zaadlobben (reservevoedsel)

buitenkant: poortje: water opnemen


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Ontkieming
 Poortje neemt water op.

Zaadlobben zwellen op. Zaadhuid scheurt open

Uit de zaadhuid komt het worteltje naar buiten.

Slide 19 - Slide

Ontkieming
Worteltje vormt wortelharen en neemt water en mineralen op.

Stengeltje begint te groeien

Wanneer stengeltje boven de grond komt, wordt bladgroen gevormd.

Als reservevoedsel zaadlobben op is, verschrompelen ze

Slide 20 - Slide

Groei
Groei (groter/zwaarder) door mitose (celdeling)

Lengtegroei 
- in groeipunten, worteluiteinden/top plant 
- door celstrekking (grote vacuole)
Diktegroei:
Lengtegroei in groeipunten, worteluiteinden/top van de plant, door celstrekking

Slide 21 - Slide

Ontwikkeling
Tijdens de groei van een plant verandert ook de bouw van de organen:
• De wortels vertakken zich steeds en er worden nieuwe wortelharen gevormd.
• Aan de stengels worden bladeren gevormd.
• Meestal ontstaan ook bloemen.
• Uit de bloemen ontstaan vruchten en zaden.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Opdrachten
Lees eerst basisstof 6 goed door, maak dan opdracht 1 t/m 6

Klaar? Pak een nakijkvel en controleer goed je antwoorden.
timer
20:00

Slide 24 - Slide

Waar haalt een kiem zijn voedingsstoffen?
A
uit de grond
B
die maakt hij door fotosynthese
C
uit de zaadlobben
D
uit de bladeren

Slide 25 - Quiz

Ontkieming is NIET afhankelijk van
A
temperatuur
B
hoeveelheid water
C
hoeveelheid zuurstof
D
hoeveelheid zonlicht

Slide 26 - Quiz

Wat hoort NIET bij groei?
A
mitose
B
plasmagroei
C
celstrekking
D
meiose

Slide 27 - Quiz

Plant X ontkiemt in maart, maakt wortels, stengels en bladeren. In de winter vallen zijn bladeren af. In het voorjaar daarna maakt hij nieuwe bladeren, vruchten en zaden. Daarna sterft hij.
Plant X is een....
A
eenjarige
B
tweejarige
C
meerderjarige
D
cactus

Slide 28 - Quiz