Les 8 Geluidssterkte_H2A

DEZE LES
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

DEZE LES

Slide 1 - Slide

6.3 Geluidssterkte
Geluidssterkte = hoe hard het geluid (toon) klinkt.
De geluidssterkte meet je in decibel (dB).
Hoe harder het geluid, hoe hoger de trrilling.


Slide 2 - Slide

6.3 Geluidssterkte
Veel muziekinstrumenten gebruiken een trillende snaar als geluidsbron. Zo’n trillende snaar geeft een heel zacht geluid dat je bijna niet kunt horen. Dat geluid moet dus versterkt worden. Dat kan op verschillende manieren.

Slide 3 - Slide

6.3 Geluidssterkte
Veel muziekinstrumenten gebruiken een trillende snaar als geluidsbron. Zo’n trillende snaar geeft een heel zacht geluid dat je bijna niet kunt horen. Dat geluid moet dus versterkt worden. Dat kan op verschillende manieren.
  1. Met een klankkast. De klankkast van de instrument en de lucht erin trillen mee. We noemen dat meetrillen resonantie.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

6.3 Geluidssterkte
Veel muziekinstrumenten gebruiken een trillende snaar als geluidsbron. Zo’n trillende snaar geeft een heel zacht geluid dat je bijna niet kunt horen. Dat geluid moet dus versterkt worden. Dat kan op verschillende manieren.
  1. Met een klankkast. De klankkast van de instrument en de lucht erin trillen mee. We noemen dat meetrillen resonantie.
  2. Met een versterker. Een magneet in een spoel trilt mee. Die trilling wordt omgezet in een elektrisch signaal en versterkt.

Slide 6 - Slide

6.3 Geluidssterkte

Slide 7 - Slide

6.3 Geluidssterkte
  • Gehoordrempel Geluidssterkte waarbij je het geluid net begint te horen.
  • Pijngrens        Geluidssterkte waarbij              je oren pijn gaan doen.
  • Spraakgebied
      Gebied met tonen die de            mens kan maken

Slide 8 - Slide

6.3 Geluidssterkte
Als het aantal geluidsbronnen verdubbelt, dan neemt de geluidssterkte toe met 3 dB.
Regel:
Als het aantal geluidsbronnen halveert, neemt de geluidssterkte afmet 3 dB.

Slide 9 - Slide

DB 6.3 opdr 7 t/m 9
BESPREKEN

Slide 10 - Slide

6.3 Geluidssterkte
Daan, Lisa, Amber en Thomas vormen een trompetkwartet. Tijdens een concert speelt Lisa een solo. Op 5 m afstand van haar trompet wordt een geluidssterkte van 74 dB gemeten. Daan, Amber en Thomas vallen in. Ze spelen alle vier hetzelfde muziekstuk op hun trompet. 

Hoe groot is de geluidssterkte op 5 m afstand van                          de 4 trompetten?
  • 1 = 74 dB, 2 = 77 dB, 4 = 80 dB
Vraag 7a

Slide 11 - Slide

6.3 Geluidssterkte
Daan en Thomas houden op met spelen.

Hoe groot is de geluidssterkte op 5 m afstand van de twee overgebleven trompetten?
  • 1 = 74 dB, 2 = 77 dB
Vraag 7b

Slide 12 - Slide

6.3 Geluidssterkte
In een voetbalstadion wordt op de middenstip de geluidssterkte gemeten. Als er duizend mensen aan het juichen zijn, geeft de decibelmeter 80 dB aan.

Schat hoe groot de geluidssterkte ongeveer zal zijn als er honderdduizend mensen aan het juichen zijn. 
  • 1000 = 80dB, 2000 = 83 dB, 4000 = 86, 8000 = 89 dB
  • 16.000 = 92 dB, 32.000 = 95 dB, 64.000 = 98 dB, 128.000 = 101 dB
  • Bij 100.000 ongeveer 100 dB
Vraag 8

Slide 13 - Slide

6.3 Geluidssterkte
Op 10 m afstand van een concertpodium is de geluidssterkte van een piano 82 dB. Een violist produceert op dezelfde afstand een geluidssterkte van 70 dB. De componist van een muziekstuk wil dat de vioolpartij even hard klinkt als de piano. 

Hoeveel violisten moet hij laten spelen?
  • 1 = 70 dB, 2 = 73 dB, 4 = 76 dB, 8 = 79 dB, 16 = 82 dB
Vraag 9

Slide 14 - Slide

AFSLUITING

Slide 15 - Slide