GH3 NK Kapitel 1 B + herhaling 'haben' en 'sein'

Willkommen Havo 3
Woche 3 - Stunde 1
Wortschatz/ Brückenschlag
1 / 28
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Willkommen Havo 3
Woche 3 - Stunde 1
Wortschatz/ Brückenschlag

Slide 1 - Slide

Check-in
  1. Ga op je plaats zitten.
  2. Leg je spullen op tafel.
  3. Pak je mobiel in het zakkie en doe het in je rugzak/tas.
  4. Wacht rustig tot de les begint.

Slide 2 - Slide

Heute
Am Ende dieser Stunde ...
  • ... kan ik woorden over het weer en de omgeving gebruiken.
  • ... kan ik de werkwoorden 'haben' en 'sein' in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Slide 3 - Slide

Kurzer Rückblick

Slide 4 - Slide

Agenda
  1. Terugblik PTO 2
  2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
  3. Profielkeuzeformulier invullen 
Persoonlijk voornaamwoord, Seite 152

Slide 5 - Slide

Profielkeuzeformulier
Bezittelijk voornaamwoord, Seite 153

Slide 6 - Slide

Agenda
  1. Terugblik PTO 2
  2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
  3. Profielkeuzeformulier invullen 
Lidwoorden, Seite 152

Slide 7 - Slide

Agenda
  1. Terugblik PTO 2
  2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
  3. Profielkeuzeformulier invullen 
Neue Kontakte, Kapitel 1

Slide 8 - Slide

Profielkeuzeformulier
Lernliste N-D, Seite 48

Slide 9 - Slide

Aufgabe 4, Seite 16

Slide 10 - Slide

Aufgabe 5, Seite 16

Slide 11 - Slide

Antworten: Aufgabe 5, Seite 16

Slide 12 - Slide

Aufgabe 7, Seite 17
  • Dorf
  • Süden
  • der Himmel
  • Berg
  • Der Ort
  • See
  • Es gibt
  • Verkehr
  • ruhig
  • geblieben
  • Umgebung

Slide 13 - Slide

'Haben' en 'sein'

Slide 14 - Slide

Profielkeuzeformulier
Werkwoord 'sein'

Slide 15 - Slide

Werkwoord 'haben'
ik heb
ich habe
jij hebt
du hast
hij/zij/het heeft
er/sie/es hat
wij hebben
wir haben
jullie hebben
ihr habt
zij (mv) hebben / u hebt
sie haben / Sie haben
  • Het is onregelmatig! Uit je hoofd leren!
  • De vormen wij (wir) & sie/Sie (zij, mv & U) zijn altijd hetzelfde!

Slide 16 - Slide

Onregelmatige werkwoorden:  haben + sein

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
haben
hast
haben
habt
hat

Slide 17 - Drag question

Onregelmatige werkwoorden:  haben + sein

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
seid
sind
sind

Slide 18 - Drag question

Wir ................kein groβes Haus. (haben)

Slide 19 - Open question

Meine Mama ...................in Berlin. (sein)

Slide 20 - Open question

Omar ...............einen Bruder. (haben)

Slide 21 - Open question

Ich ............... zehn Jahre alt. (sein)

Slide 22 - Open question

Diese Blumen .....................sehr schön. (sein)

Slide 23 - Open question

Meine Schwester ....................Schülerin (leerling). (sein)

Slide 24 - Open question

Wir ................. einen netten Deutschlehrer. (haben)

Slide 25 - Open question

... du ein Fahrrad (fiets)? (haben)

Slide 26 - Open question

... Sie Anton Bauer? (sein)

Slide 27 - Open question

Hausaufgaben
Machen:
- Aufgabe 7, Seite 17
- Aufgabe 8, Seite 18
- Aufgabe 9, Seite 19

Lernen:
 - Lernliste N-D, Seite 48 (t/m 'im Dezember')

Slide 28 - Slide